Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1507/GB, 26 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:26-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1507/GB

Betreft: [klager] datum: 26 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 mei 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie De Schie te Rotterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 31 december 2011 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. van de locatie Sittard. Hij verblijft sedert 21 juni 2012 in het Pieter Baan Centrum.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het belang van klager om geplaatst te worden in een penitentiaire inrichting dicht bij zijn oorspronkelijke woonomgeving is zeer zwaarwegend en dit belang mag niet zonder meer ondergeschikt worden gemaakt aan een optimale benutting van de beschikbare
capaciteit. Indien de selectiefunctionaris dit belang ondergeschikt maakt, dient hij een zorgvuldige afweging te maken en een deugdelijke motivering te geven voor zijn beslissing. Uit de beslissing op bezwaar d.d. 9 mei 2012 blijkt niet dat de
selectiefunctionaris een zorgvuldige afweging heeft gemaakt. Klager is niet gehoord en hij is niet gezien door een rapporteur. De selectiefunctionaris heeft zijn beslissing tevens niet deugdelijk gemotiveerd. Hij gebruikt slechts algemene termen en hij
gaat niet in op de gerechtvaardige belangen van klager.
De selectiefunctionaris stelt dat de celcapaciteit van de locatie De Schie in principe bestemd is voor gedetineerden die preventief moeten worden ingesloten voor het parket in Rotterdam. De celcapaciteit van de locatie Sittard zal derhalve in principe
bestemd zijn voor gedetineerden die preventief moeten worden ingesloten voor het arrondissementsparket in Limburg. Klager wijst in dit verband naar de uitspraak van de beroepscommissie d.d. 19 januari 2012 (11/3782/GB) waarin wordt overwogen: ‘Voor
gedetineerden die werkelijk gevestigd zijn in de buurt van de locatie Sittard is er al een wachtlijst’. Klager heeft na bestudering van andere zaken de indruk gekregen dat deze wachtlijst ook thans nog bestaat.
Klager ontvangt weinig bezoek, omdat het voor klagers vrienden en familie zowel uit praktisch als uit financieel oogpunt moeilijk is om klager in de locatie Sittard te bezoeken. Tevens dient te worden meegewogen dat het onderzoek in klagers zaak reeds
is afgesloten en dat er slechts nog gewacht wordt op de rapportage omtrent de persoon van klager. Er is derhalve geen strafvorderlijk belang (meer) om klager preventief gehecht te houden in de locatie Sittard.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft een verzoek tot overplaatsing ingediend, omdat hij weinig bezoek ontvangt. Klagers familie woont in Rotterdam. Klager stelt dat zijn zaak is gesloten en dat hij wacht op zijn straf. Bezoekproblemen zijn echter inherent aan het ondergaan
van
detentie en zij vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Uit het selectieadvies blijkt niet dat er sprake is van een bijzondere (medische) omstandigheid. Indien klager binnenkort veroordeeld wordt, kan hij, in het kader van
zijn herselectie, wel zijn voorkeur kenbaar maken voor overplaatsing naar een inrichting in Rotterdam.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissementsparket van vervolging. Klager is ingesloten voor
het arrondissementsparket Maastricht. De locatie Sittard bevindt zich in het arrondissement van vervolging. Bij aanwezigheid van bijzondere omstandigheden kan op dit plaatsingsbeleid een uitzondering worden gemaakt. Hetgeen klager heeft aangevoerd kan
niet als een bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of
onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 26 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven