Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1497/GB, 26 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:26-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1497/GB

Betreft: [klager] datum: 26 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 mei 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Zoetermeer afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 17 september 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Als klager in de p.i. Nieuwegein blijft, zal hij binnenkort geen bezoek meer ontvangen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager wil overgeplaatst worden naar de locatie Zoetermeer, omdat zijn bezoekers in de regio Zoetermeer wonen. Het bezoeken van klager zal minder geld kosten indien hij in de locatie Zoetermeer verblijft. Klagers verzoek is afgewezen, omdat de p.i.
Nieuwegein relatief goed te bereiken is. De afstand tussen Den Haag en de p.i. Nieuwegein is acceptabel. Tevens is vastgesteld dat klager regelmatig bezoek ontvangt.
De locatie Zoetermeer heeft een beperkte capaciteit voor gedetineerden met een strafrestant van meer dan vier maanden. Een verzoek tot overplaatsing naar de locatie Zoetermeer wordt derhalve slechts toegewezen indien de overplaatsing strikt
noodzakelijk
is.

4. De beoordeling
Uit het selectieadvies blijkt dat klager heeft verzocht om overplaatsing naar de locatie Zoetermeer vanwege de reisafstand voor zijn bezoek. Het bezoeken van klager zal minder geld kosten indien hij wordt overgeplaatst naar de locatie Zoetermeer.
Bezoekproblemen zijn echter inherent aan het ondergaan van detentie en zij vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden kan niet als een dergelijke bijzondere
omstandigheid worden aangemerkt. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 26 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven