Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1530/GB, 8 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:08-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1530/GB

Betreft: [klager] datum: 8 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 mei 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing en de nadere toelichting van de raadsman, mr. M. de Reus.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van locatie Het Veer te Amsterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 8 februari 2009 gedetineerd. Hij verbleef op de extra zorgvoorziening in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Op 15 maart 2012 is hij overgeplaatst naar het PPC van locatie Het Veer, waar een individueel regime
geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is het niet eens met zijn plaatsing in het PPC van locatie het Veer. Klager heeft nooit een gesprek met een psycholoog gehad. Er zijn veel leugens over klager verspreid en deze
heeft de selectiefunctionaris meegenomen in haar beslissing.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Uit de stukken van de inrichting en voornamelijk uit de informatie van de Informatievoorziening Forensische Zorg komt naar voren dat klager bijzondere zorg dient te krijgen. Voorts zijn er vanuit het PPC, waar klager op dit moment nog steeds verblijft,
geen signalen naar voren gekomen dat hij geschikt zou zijn voor een reguliere setting.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van het PPC van de locatie Het Veer is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. In artikel 20c van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden (de Regeling) wordt bepaald dat in een PPC gedetineerden kunnen worden geplaatst ten aanzien van wie: “a. in verband met een psychiatrische stoornis, een
persoonlijkheidsstoornis, psychosociale problematiek, verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking, forensische zorg is geïndiceerd; b. in verband met de vraag of forensische zorg is geïndiceerd, nadere observatie is vereist.” In de
toelichting op deze bepaling is aangegeven dat de PPC’s worden aangewezen als huis van bewaring en als gevangenis (op grond van artikel 9 van de Pbw) bestemd voor de onderbrenging van gedetineerden die een bijzondere opvang behoeven (op grond van
artikel 14 van de Pbw).

4.3. De beslissing tot plaatsing of overplaatsing naar het PPC wordt conform artikel 15 van de Pbw door de selectiefunctionaris genomen. In de toelichting op artikel 20c van de Regeling wordt daarover het volgende aangegeven: “Daaraan voorafgaand
brengt de directeur van de inrichting waar de gedetineerde op dat moment verblijft aan de selectiefunctionaris advies uit over de behoefte aan forensische zorg, op basis van screening en indicatiestelling door het psycho-medisch overleg van de
inrichting of het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie.”

4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hierbij neemt de beroepscommissie in aanmerking dat
uit de overgelegde stukken onvoldoende kan worden afgeleid dat ten aanzien van klager forensische zorg is geïndiceerd. Daartoe is de informatie in zowel het selectieadvies als de indicatiestelling te summier en geeft onvoldoende inzicht in de gronden
en
overwegingen die geleid hebben tot plaatsing van klager in een PPC. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing dient te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met
inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 8 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven