Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1633/GM, 10 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:10-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1633/GM

betreft: [klager] datum: 10 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.P. Visser, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de tandarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 8 mei 2012 van de bemiddeling door de tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Klager, zijn raadsman, mr. A.P. Visser, en de inrichtingstandarts verbonden aan de p.i. Zoetermeer zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 2 juli 2012, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, te worden gehoord. De raadsman en de
inrichtingstandarts hebben schriftelijk bericht verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. Klager is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de tandheelkundig adviseur van 29 maart 2012, betreft het niet (tijdig) aanvragen van een machtiging voor een prothese, waarmee klager zonder pijn zou kunnen eten.

2. De standpunten van klager en de tandarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Klagers tand is gebroken. Aangezien klager een straf uitzit van meer dan zes maanden, bestaat er volgens hem de mogelijkheid van het plaatsen van een brug. Klager kan nu niet goed eten en wil in aanmerking
komen voor een brug.

De tandarts heeft niet gereageerd op de klacht.

3. De beoordeling
Op grond van de stukken is niet komen vast te staan dat er een medische noodzaak bestaat voor het aanvragen van een brug ten behoeve van klager. Nu klager tevens zijn klacht verder niet ter zitting van de beroepscommissie heeft toegelicht, is de
beroepscommissie van oordeel dat het handelen van de tandarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. L.E.M. Kleipool en dr. H.J.P. Kroeze, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 10 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven