Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1144/TB, 25 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1144/TB

betreft: [klager] datum: 25 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 29 maart 2012 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 juli 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële
Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek om hem over te plaatsen naar een andere tbs-inrichting afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Bij beslissing van 12 juni 2007 is klager geplaatst in FPC Oldenkotte te Rekken. Op 7 juni 2011 is klager
overgeplaatst naar FPC De Kijvelanden te Poortugaal. Op 6 januari 2012 heeft klager verzocht om hem over te plaatsen naar een andere tbs-inrichting. Dit verzoek is bij beslissing van 29 maart 2012 door de Staatssecretaris afgewezen.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft voorkeur voor overplaatsing naar FPC Dr. S. van Mesdag en eventueel naar FPC Oldenkotte. Elf van de dertien maanden van zijn verblijf in FPC De Kijvelanden is hem afdelingsarrest opgelegd, mede door drugsgebruik. Hij verblijft niet op een
zedenafdeling maar moet over zijn delict praten in een groep met verpleegden die veroordeeld zijn voor moord, doodslag en brandstichting. Klager heeft gezegd dat hem tbs is opgelegd voor verkrachting, maar dat hij het daar liever niet over wil hebben,
omdat hij zich daar voor schaamt. Tegen zedendelinquenten wordt anders aangekeken. Hij moet op zijn afdeling op zijn tenen lopen.
Klager heeft ook verzocht om overplaatsing, omdat een van de slachtoffers vlakbij de resocialisatieafdeling De Blink woont. Klager heeft veel delicten gepleegd in Rotterdam. Het zou hem beangstigen als hij verlof in Rotterdam zou moeten doorbrengen.
De behandeling in FPC De Kijvelanden is gestopt. Klager volgt nog wel schematherapie en doet dit voor zichzelf om het delict te verwerken. Zijn urinecontroles zijn nog steeds positief. Het nieuwe hoofd behandeling wil, ondanks klagers drugsgebruik, hem
toch naar de werkzaal laten gaan om zijn schulden te kunnen afbetalen. Klager heeft geprobeerd om individuele therapie te krijgen, maar dit is niet gelukt. Er zit geen schot in zijn behandeling. Dat klager schoon schip heeft gemaakt voor wat betreft
drugs in de inrichting wordt hem door medeverpleegden niet in dank afgenomen. Klager is gehoord door de KPLD in verband met de onttrekking van een medeverpleegde en dit is door het personeel meegedeeld aan medeverpleegden.
Groepstherapie wordt ook in FPC Oldenkotte gegeven, maar in een groep met alleen zedendelinquenten. Ook in FPC Dr. S. van Mesdag zijn er groepen met zedendelinquenten. Klager krijgt het deksel op zijn neus als hij over zijn delict spreekt in een groep
met verpleegden die een ander soort delicten heeft gepleegd.
Klager had verzocht om overplaatsing naar FPC De Kijvelanden in verband met zijn bezoek, maar zijn familie bezoekt hem niet meer dan voorheen.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
FPC De Kijvelanden ziet geen behandelinhoudelijke redenen voor overplaatsing. Het overplaatsingsverzoek wordt gezien als vermijdingsgedrag. Dit onderdeel van klagers problematiek is onderwerp van zijn behandeling. In 2012 kan klager individuele
gesprekken met een psychiater voeren. Volgens de inrichting is klager slecht gemotiveerd en weigert hij mee te werken aan behandeldoelen. Voorts is sprake van middelengebruik dat gerelateerd is aan spanningen. Overplaatsing naar een andere
tbs-inrichting zal dit niet doorbreken. Voordat sprake is van resocialisatie/verlofverlening zal een slachtofferonderzoek plaatsvinden. Indien daar contra-indicaties uit voort komen, zal daarvoor een oplossing worden gezocht. Op voorhand is moeilijk
aan
te geven in welke vorm de resocialisatiefase zal plaatsvinden. Resocialisatie is nog niet aan de orde.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Staatssecretaris geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten
vrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De beroepscommissie overweegt dat uit de reactie namens de Staatssecretaris op het beroep is gebleken dat FPC De Kijvelanden geen behandelinhoudelijke redenen ziet voor overplaatsing en dat de wens om overgeplaatst te worden wordt bestempeld als
vermijdingsgedrag, voor welk gedrag klager behandeld wordt. Er is sprake van ernstige impulscontroleproblemen en middelengebruik, hetgeen niet zal worden opgelost door klager over te plaatsen naar een andere tbs-inrichting. Voorts is namens de
Staatssecretaris aangegeven dat klager ook in FPC De Kijvelanden individuele therapie kan worden geboden.
Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden beslissing heeft mogen komen.
Klagers argument dat een van de slachtoffers dichtbij de resocialisatieafdeling De Blink te Rotterdam zou wonen en dit een contra-indicatie zou kunnen vormen voor resocialisatie in Rotterdam is thans niet aan de orde, nu klager zich (nog) niet in de
resocialisatiefase bevindt.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing om klagers verzoek tot overplaatsing naar een andere tbs-inrichting af te wijzen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. drs. T.A.M. Louwe en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven