Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1390/GB, 23 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:23-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1390/GB

Betreft: [klager] datum: 23 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Koster, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Het Schouw te Amsterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 15 januari 2012 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de locatie Het Veer te Amsterdam. Op 10 april 2012 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van de locatie
Het Schouw.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Uit de pro justitia rapportage van 10 april 2012 is af te leiden dat klager een persoonlijkheidsstoornis NAO heeft met antisociale en narcistische trekken en er sprake is van
alcoholafhankelijkheid en misbruik van cannabis. Daarnaast is er vermoedelijk sprake van recidiverende psychotische episodes. Voornoemde psychische problematiek is ook thans nog onverkort aanwezig. Het individuele programma in het PPC heeft klager bij
plaatsing aldaar goed gedaan. Terugplaatsing naar de locatie Het Schouw heeft klager geen goed gedaan.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Op 2 april 2012 kwam het verzoek vanuit het PPC om klager uit het PPC te plaatsen omdat de indicatie voor zijn verblijf in het PPC was komen te vervallen.
Gedragsdeskundigen hebben bepaald dat een langer verblijf in het PPC voor klager geen toegevoegde waarde heeft. Het PPC is een behandelafdeling en geen structuurafdeling. Klager blijft ook na overplaatsing onder de aandacht van de psycholoog, zodat
indien nodig de juiste zorg kan worden geboden. Het PPC is geen afdeling waar men naar aanleiding van een eigen verzoek kan worden geplaatst. Een indicatiestelling is hiervoor nodig.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De selectiefunctionaris heeft klager geselecteerd voor het h.v.b. van de locatie Het Schouw nu op grond van het advies van de gedragskundige van het PPC locatie Het Veer een verblijf in het PPC niet langer geïndiceerd is. In het selectieadvies
is hierover het volgende te lezen: “het betreft een goed verzorgde jongeman die voornamelijk berekenend en grensoverschrijdend gedrag vertoont. Er lijkt geen sprake van evidente behandelbare psychiatrische problematiek waarvoor opname in een PPC
noodzakelijk is.” Voor plaatsing in een PPC is een indicatiestelling nodig. Deze ontbreekt bij klager. Klager is geplaatst op de afdeling extra zorgvoorziening. Hier kan hij als het slechter met hem gaat contact opnemen met de aan die afdeling
verbonden
gedragsdeskundige. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 23 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven