Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1973/SGA, 2 juli 2012, schorsing
Uitspraakdatum:02-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1973/SGA

Betreft: [klager] datum: 2 juli 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. J.P. Plasman, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde p.i. van 18 juni 2012, inhoudende de oplegging van toezichtmaatregelen, ingaande
op
21 juni 2012 en eindigende op 19 september 2012, in verband met verzoekers plaatsing op de lijst van gedetineerden met een verhoogd vlucht-/maatschappelijk risico (GVM-lijst).

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 25 juni 2012 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 27 juni 2012.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Door de directeur is aan verzoeker een aantal toezichtmaatregelen opgelegd voor de duur van drie maanden, ingaande op 21 juni 2012. Deze beslissing is gebaseerd op het feit dat verzoeker met het profiel ‘verhoogd’ staat vermeld op de GVM-lijst. De
directeur dient, alvorens over te gaan tot het opleggen van de bedoelde toezichtmaatregelen, een belangenafweging te maken waaruit de noodzaak van de op te leggen maatregelen blijkt. De enkele verwijzing naar verzoekers plaats op de GVM-lijst is
daarvoor onvoldoende. Nu echter in het voorliggende geval de plaatsing op de GVM-lijst dateert van zeer recente datum (18 juni 2012) en de directeur voorts heeft aangegeven binnen een relatief korte termijn de noodzakelijkheid van de maatregelen
opnieuw
te bezien, zijn er naar het voorlopig oordeel van de voorzitter op dit moment geen termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 2 juli 2012.

secretaris voorzitter

Naar boven