Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0565/GA, 20 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:20-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/565/GA

betreft: [klager] datum: 20 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 februari 2012 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 juni 2012, gehouden in de p.i. Amsterdam, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Krimpen aan den IJssel gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voor zover in beroep aan de orde, betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel zonder televisie, waarvan twee dagen voorwaardelijk.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
Klager had de in beslaggenomen spullen reeds acht maanden zonder problemen in zijn bezit. Klager heeft een straf gehad, terwijl die spullen legaal waren meegegeven bij het transport vanuit Breda. Klager wil dat zijn spullen worden teruggegeven of dat
deze worden opgeslagen.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De in beslaggenomen spullen konden als wapen gebruikt worden. Klager had kunnen weten dat hij die spullen niet mocht houden. Kennelijk heeft het personeel die spullen eerder oogluikend toegestaan. In ieder geval zijn die spullen niet meegekomen vanuit
Breda met het transport, omdat deze niet uitgereikt zouden worden.

3. De beoordeling
De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het verslag van 28 september 2011 dat is opgemaakt naar aanleiding van een uitgebreide celinspectie. Zij acht de beslissing van de directeur om de twaalf spullen, genoemd in dat verslag, in beslag te nemen in
het kader van de veiligheid redelijk en billijk.
Klager had deze spullen van behoorlijke omvang reeds maanden op cel zonder dat het personeel heeft ingegrepen of een waarschuwing heeft gegeven. Onder die omstandigheden oordeelt de beroepscommissie dat de directeur in redelijkheid niet tevens een
disciplinaire straf kon opleggen. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren. Nu de gevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, acht de beroepscommissie termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te
kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 22,50.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, dr. M. Kooyman en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 20 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven