Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1320/GB, 16 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:16-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1320/GB

Betreft: [klager] datum: 16 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.J. Morra, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 17 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klaagsters verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klaagster is sedert 13 april 2010 gedetineerd. Zij verblijft in de locatie Nieuwersluis.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht.
In het eerste lid van artikel 19 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting is bepaald dat de directeur dient te beslissen over het tijdelijk verlaten van de inrichting en in het achtste lid wordt in aanvulling daarop bepaald dat de
reclassering daaromtrent adviseert. Anders dan de ongegrond verklaring lijkt te stellen, volgt uit genoemd artikel 19 niet dat het tijdelijk verlaten van de inrichting zonder uitzondering een (positief) advies van de reclassering vereist. Dat niet
ieder
tijdelijk verlaten van de inrichting een positief advies vereist blijkt uit BC van 3 september 2010, 10/2213/GV.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Voor selectie naar een b.b.i. is een risico-inventarisatie van de reclassering noodzakelijk. Verlof in een b.b.i. is verbonden aan het regime en de selectie en plaatsing wordt dan ook daarop beoordeeld. In klaagsters geval heeft de reclassering geen
advies kunnen geven over het recidiverisico. Wel blijkt dat op verschillende leefgebieden aandachtspunten zijn geïndiceerd.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. Bij Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (hierna: de Staatssecretaris) van 21 maart 2011, nr. 5691524/11/DJI (Stcr. 7 april 2011, nr. 6043) is de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting gewijzigd in verband met de
adviesrol van de reclassering. Aan artikel 19 van die Regeling is een achtste lid toegevoegd. In de toelichting op deze wijziging heeft de Staatsecretaris onder meer het volgende overwogen. ‘Wanneer geen reclasseringsadvies voorhanden is zal
regimegebonden verlof worden geweigerd. Lid 8 schrijft voor dat het reclasseringsadvies een noodzakelijke voorwaarde voor regimegebonden verlof is. Lid 6 maakt de weigering van het verlof mogelijk wanneer het advies ontbreekt.’
In het selectieadvies van de locatie Nieuwersluis wordt gesteld dat de reclassering heeft aangegeven dat er geen advies voor deelname TR mogelijk is. Klaagster wil niet praten over het delict, ontkent ten stelligste en is in hoger beroep gegaan. Om die
reden kan de reclassering geen inschatting geven over de kans op recidive en zijn er geen aanknopingspunten voor gedraginterventies.
De genoemde wijziging van de Regeling is op 9 april 2011 in werking getreden en de door de raadsman genoemde uitspraak van de beroepscommissie dateert van voor die wijziging.
Gezien het voorgaande kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 16 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven