Nummer: 12/1267/GB
Betreft: [klager] datum: 12 juli 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 16 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 1 november 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem. Op 15 maart 2012 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft naar aanleiding van een gegrondverklaring van klagers beroep met kenmerk 12/944/GV zijn verzoek om algemeen verlof toegewezen. De weigeringsgronden zoals bedoeld onder artikel 4, onder c en d, van de Regeling tijdelijk
verlaten van de inrichting waren kennelijk niet van toepassing. Derhalve valt niet in te zien waarom de selectiefunctionaris klagers verzoek tot overplaatsing naar een inrichting met regimaire vrijheden heeft afgewezen. Uit het advies van de
vrijhedencommissie van de locatie Zuyder Bos blijkt dat klager zich in de inrichting naar behoren gedraagt, hij een baantje als reiniger heeft en dat hij zich aan afspraken kan houden. Klagers einddatum is 17 september 2012. Hij zal met behulp van
verlofverlening en plaatsing in een inrichting met regimaire vrijheden geschikt zijn voor terugkeer in de samenleving.
3.2. .De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Zowel het recidiverisico als het risico voor het onttrekken aan de voorwaarden wordt als hoog ingeschat. De reclassering stelt dat criminogene factoren in ernstige mate aanwezig zijn. Zolang klager geen verantwoordelijkheid draagt voor zijn criminele
gedrag komt hij niet in aanmerking voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). Klager is gedurende zijn verlof tweemaal in beeld geweest bij de politie en na afloop van zijn verlof bleek uit een urinecontrole dat klager harddrugs had
gebruikt. Klager heeft hiervoor een disciplinaire straf opgelegd gekregen.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Zuyder Bos is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.4. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.5. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op de omstandigheid dat hij gedurende zijn verlof drugs heeft gebruikt en hiervoor op 16 mei 2012 is gesanctioneerd, hetgeen een contra-indicatie vormt voor detentiefasering,
vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een b.b.i. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 12 juli 2012
secretaris voorzitter