nummer: 12/1171/GA
betreft: [klager] datum: 10 juli 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 3 april 2012 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam, voor zover daartegen beroep is ingesteld,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
a. De beklagcommissie heeft het beklag betreffende het niet onverwijld uitreiken van de schriftelijke mededeling tot oplegging van een disciplinaire straf ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
b. De beklagcommissie heeft aan klager ter zake van zijn gegrond verklaarde beklag betreffende de oplegging van een disciplinaire straf van opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel voor de duur van vijf dagen wegens het bezit van
alcohol op cel, een tegemoetkoming van € 37,50 toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Als een termijn voor uitreiking wordt vastgesteld, dient deze ook te worden gehandhaafd. Er is geen motivering gegeven voor het overschrijden van de tijd
van 24 uur. De tegemoetkoming is te gering omdat klager een disciplinaire straf van vijf dagen is opgelegd, terwijl hij niets heeft gedaan. Door deze disciplinaire straf is klager zijn baantje als reiniger verloren. Hierdoor heeft hij € 20,= inkomsten
in de week minder. Tevens is zijn goede naam bij de penitentiair inrichtingswerkers beschadigd.
De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Conform de richtlijnen is klager een tegemoetkoming toegekend. Voor afzondering in een andere verblijfsruimte dan een strafcel staat € 5,= per dag. Naast klagers tegemoetkoming conform de richtlijnen
heeft
de beklagcommissie een extra tegemoetkoming van € 12,50 vastgesteld. Klager kan zich er niet op beroepen dat zijn baantje als reiniger is stopgezet en hij hierdoor inkomsten is misgelopen.
3. De beoordeling
Ten aanzien van het beklag onder a. overweegt de beroepscommissie het volgende. De beroepscommissie is van oordeel dat “onverwijld” zoals bedoeld in artikel 58, eerste lid, van de Pbw “in beginsel binnen 24 uur” betekent. Behoudens bijzondere
omstandigheden moet deze termijn voldoende worden geacht om de schriftelijke mededeling te kunnen uitreiken. De directeur heeft deze termijn niet in acht genomen en heeft geen motivering gegeven, op grond waarvan de uitreiking pas later heeft kunnen
plaatsvinden. Om die reden is het beklag gegrond. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
Ten aanzien van het beroep gericht tegen de hoogte van de tegemoetkoming onder b. overweegt de beroepscommissie het volgende. De beroepscommissie kan zich verenigen met de toegekende tegemoetkoming van € 37,50. Het beroep zal dan ook ongegrond worden
verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het beklag onder a. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het beklag onder b. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. F.G. Bauduin en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 10 juli 2012
secretaris voorzitter