Nummer: 12/1137/GB
Betreft: [klager] datum: 4 mei 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 28 maart 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 10 april 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Op 13 april 2012 is klager geselecteerd voor de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard,
omdat zijn einddatum van detentie is vervroegd naar 7 mei 2012.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De stelling dat klager niet werkt aan zijn recidiverisico is onjuist. Klager neemt deel aan het programma Terugdringen Recidive (TR), een training arbeidsvaardigheden, is in gesprek met een psycholoog en werkt mee aan allerlei testen. Klager wacht
momenteel op een intakegesprek bij Exodus.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Zowel het Openbaar Ministerie (OM), de inrichting en TR adviseren negatief. De politie heeft geen bezwaar tegen klagers verlofadres. Klager heeft bezwaar tegen een plaatsing in Exodus Alkmaar, omdat hij naar Exodus Amsterdam wil. Exodus Amsterdam neemt
klager niet aan omdat hij geen binding met Amsterdam heeft. De gevangenis van de locatie Zuyder Bos heeft verzocht om klagers vervroegde invrijheidstelling uit te stellen. Dit is afgewezen en klagers einddatum is van 2 augustus 2012 vervroegd naar 7
mei
2012. Gelet op zijn strafrestant komt klager niet in aanmerking voor een z.b.b.i. De selectiefunctionaris heeft klager daarom geselecteerd voor een b.b.i.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of
maatschappelijk risico vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,=
hebben openstaan, een strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. Uit het selectieadvies van 23 maart 2012 is gebleken dat klager niet meewerkt aan het programma TR. Klager wenst niet in het kader van voormeld programma bij Exodus Alkmaar te worden geplaatst, terwijl die plaatsing wel geïndiceerd is. Gelet op
artikel 2, aanhef en onder c, van de Regeling komen gedetineerden die weigeren deel te nemen aan een traject in het kader van het programma TR, niet in aanmerking voor plaatsing in een z.b.b.i. Tevens adviseert zowel het OM als de inrichting negatief.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 4 mei 2012
secretaris voorzitter