Nummer: 12/649/GB en 12/1315/GB
Betreft: [klager] datum: 3 juli 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van twee bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen de op 21 februari en 18 april 2012 genomen beslissingen van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Klager is op 25 mei 2012 door een lid van de Raad gehoord.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de locatie Roermond en de afwijzing van zijn verzoek tot overplaatsing naar een b.b.i. ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 12 december 2007 gedetineerd. Hij verbleef in de zeer beperkt
beveiligde inrichting (z.b.b.i.) Maashegge. Op 16 december 2011 is hij ter herselectie geselecteerd voor het huis van bewaring van de locatie Roermond.
Op 6 maart 2012 is het voorstel tot selectie voor een b.b.i. afgewezen.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager meent dat hij moet worden teruggeplaatst naar een z.b.b.i. en niet naar een b.b.i. Klager is op 14 december 2011 met vijf personen gaan zwemmen. Klager en de overige
medegedetineerden waren een beetje balorig. Hij heeft alleen shampoo in de douche gegooid. Ook heeft hij gebeld vanuit het zwembad. Verder heeft hij niets gedaan. Hij ontkent verantwoordelijk te zijn geweest voor de verstopping op de glijbaan. Met de
verbale agressie heeft hij verder niets te maken. Een geestelijk gehandicapte jongen verwees naar een Somaliër door hem ‘een neger’ te noemen. Iemand riep dat hij dat zo niet moest zeggen, waarna een discussie ontstond. Klager heeft alleen gezegd dat
zij hiermee moesten ophouden en heeft er verder niets mee van doen gehad. Naar aanleiding van dit incident kregen klager en zijn medegedetineerden een waarschuwing. In het selectieadvies wordt het incident op zeer suggestieve wijze beschreven.
Klager is inmiddels geselecteerd voor een b.b.i.. Klager wil echter geplaatst worden in een z.b.b.i. en wil uiteindelijk een enkelbandje. De selectiefunctionaris is niet consistent in zijn gronden voor de beslissing tot wegplaatsing uit de z.b.b.i.
De opgelegde disciplinaire sancties en met name de strafoverplaatsing zijn zeer disproportioneel en in strijd met het vertrouwensbeginsel. Ondanks de waarschuwing op 14 december 2011 en de mededeling dat pas na een eerstvolgend incident een sanctie zal
volgen, is klager toch gestraft.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager wordt verdacht van het plegen van zeer ernstige feiten tijdens verlof. Deze feiten zijn geseponeerd. Klager heeft zich ernstig misdragen tijdens meerdere
avondactiviteiten in het plaatselijke zwembad. Er waren regelmatig vervelende incidenten, waarbij ook een verstandelijk gehandicapte is bedreigd. Hierdoor heeft hij de gegeven vrijheden ernstig misbruikt. Bij de behandeling van het bezwaar is de
procedure zoals beschreven in de Pbw gevolgd.
4. De beoordeling
4.1. De locatie Roermond is een huis van bewaring voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissingen van de selectiefunctionaris kunnen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in
aanmerking dat omtrent klager klachten zijn binnengekomen over zijn gedrag in het plaatselijk zwembad. Klager heeft erkend dat hij en enkele medegedetineerden balorig waren. De omstandigheid dat naar aanleiding van een eerder incident (bedreiging van
vriendin) geen sprake zal zijn van verdere vervolging (sepot) maakt dit niet anders. Een beroep op het vertrouwensbeginsel kan evenmin slagen, nu door de selectiefunctionaris geen vertrouwen is gewekt dat het incident in het zwembad met een
waarschuwing
zal worden afgedaan. De beroepen zullen derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 3 juli 2012
secretaris voorzitter