Nummer: 12/976/GB
Betreft: [klager] datum: 2 juli 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.J.B.G. van Kleef, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 19 maart 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 9 december 2009 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie De Weg te Amsterdam. Op 5 januari 2012 is hij geplaatst in de p.i. Lelystad, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers familie is woonachtig in Engeland en beschikt over onvoldoende financiële middelen om klager te kunnen bezoeken. Klagers familie mag hem slechts een uur bezoeken. Een gedetineerde die voor dezelfde zaak in de p.i. Veenhuizen verblijft en wiens
familie ook in het buitenland woont, krijgt hiervoor dubbele bezoekuren. De p.i. Lelystad is de enige inrichting met een belsysteem waarbij geen gebruik kan worden gemaakt van telefoonkaarten. Klager dient derhalve de telefoonkosten van €0,50 per
minuut
zelf te betalen, maar beschikt hiervoor over onvoldoende financiële middelen. Klager wenst te worden overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard of de gevangenis van de p.i. Nieuwegein.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft, ondanks dat klager na zijn detentie zal worden uitgezet en hierdoor in de p.i. Veenhuizen dient te worden geplaatst, besloten om klager te plaatsen in de p.i. Lelystad, omdat klager in hoger beroep is gegaan bij het
Gerechtshof Amsterdam. Klager komt niet aanmerking voor plaatsing in de gevangenis Alphen aan den Rijn, omdat hier slechts gedetineerden verblijven met een strafrestant van minder dan vier maanden. Indien klager problemen ondervindt met betrekking tot
het telefoneren, kan hij hierover een klacht indienen bij de directeur van de p.i. Lelystad. Ten slotte zijn bezoekproblemen inherent aan het ondergaan van detentie.
4. De beoordeling
4.1. De p.i. Lelystad is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Het feit dat er in de p.i. Lelystad een belsysteem is waarbij geen gebruik kan worden gemaakt van
telefoonkaarten waardoor klager de telefoonkosten zelf moet betalen, kan niet als een dergelijke omstandigheid worden aangemerkt. Overigens blijkt uit het selectieadvies van 30 december 2012 dat klager maandelijks bezoek ontvangt uit Engeland. Derhalve
kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 2 juli 2012
secretaris voorzitter