nummer: 12/289/GA
betreft: [klager] datum: 27 juni 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.A. Blok, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 25 januari 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 16 mei 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, is klagers raadsvrouw mr. E.A. Blok, gehoord. Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was
opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen. De plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Zuyder Bos, [...], heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft insluiting tijdens de voor arbeid bestemde uren.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De tuinman is in februari 2011 overleden. Hierdoor ontbrak het regelmatig aan toezicht in de tuin, waardoor er voor klager geen arbeid was. Klager
werd
dan ingesloten. Klager kan bij het uitvallen van de arbeid niet, zoals de directeur in beklag heeft gesteld, in de werkzaal of de arbeidongeschiktheidsruimte (AO-ruimte) terecht. Voor de werkzaal bestaat namelijk een wachtlijst en over de mogelijkheid
om in de AO-ruimte plaats te nemen bestaat veel onduidelijkheid. Klager was er in eerste instantie ook niet van op de hoogte dat deze mogelijkheid bestond. Dat hierover onduidelijkheid bestaat, blijkt wel uit de notulen van de Gedeco. Laatst heeft
klager geprobeerd om plaats te nemen in de AO-ruimte, maar dit is niet gelukt omdat hij werd weggestuurd. Aan hem werd verteld dat hij niet was aangemeld omdat hij niet arbeidsongeschikt is.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Klager verbleef ten tijde van de klacht op een afdeling waar een regime van algehele gemeenschap geldt. Ingevolge artikel 20, eerste lid, van de Pbw verblijven gedetineerden in een regime van algehele gemeenschap tezamen in woon- en werkruimten of
nemen
gezamenlijk deel aan activiteiten.
Uitgangspunt dient te zijn dat gedetineerden die in een regime van algehele gemeenschap verkeren, zich tijdens de momenten van het dagprogramma dat er geen activiteiten zijn, tezamen in woon- en werkruimten bevinden. Uit de stukken en het verhandelde
ter zitting is gebleken dat er onder gedetineerden veel onduidelijkheid bestond over de regels en mogelijkheden bij het uitvallen van de arbeid. Naar het oordeel van de beroepscommissie is het aan de directeur om ervoor zorg te dragen dat de regels
hieromtrent helder en duidelijk zijn. Onweersproken is dat de arbeid in de tuin in de periode na de dood van de tuinman op 7 februari 2011 tot aan de datum van indiening van het klaagschrift, 19 september 2011, regelmatig is uitgevallen. Tevens is
onweersproken dat klager op die momenten niet in de werkzaal of de AO-ruimte terecht kon en hij werd ingesloten. Gelet op het voorgaande zal het beroep dan ook gegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie worden vernietigd. Het
beklag
zal alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie bepaalt dat aan klager van februari 2011 tot en met september 2011 een tegemoetkoming toekomt van € 5,= per maand.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 40,=
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. F.G. Bauduin, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 27 juni 2012
secretaris voorzitter