Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1032/GB, 20 juni 2012, beroep
Uitspraakdatum:20-06-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1032/GB

Betreft: [klager] datum: 20 juni 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 maart 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 2 november 2011 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de p.i. Haarlem.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Voor klagers vrouw is het vanwege financiële redenen en gezondheidsredenen lastig om klager te bezoeken.

De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. De medisch adviseur van de Dienst Justitiële Inrichtingen heeft op 8 maart 2012 geoordeeld dat een overplaatsing medisch niet geïndiceerd is. Klagers argument met
betrekking tot de financiële situatie is niet meegenomen in de beslissing, omdat hierover niets is gerapporteerd in het selectieadvies. Het openbaar ministerie heeft negatief geadviseerd ten aanzien van plaatsing in de p.i. Almere vanwege de detentie
van een medeverdachte in dezelfde inrichting. Klager is preventief ingesloten voor het arrondissementsparket te ’s-Gravenhage en daarom gedetineerd in de p.i. Haarlem. Overplaatsing naar de p.i. Almere zou betekenen dat klager verder van het
arrondissementsparket te ’s-Gravenhage zou worden geplaatst.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Slechts in bijzondere gevallen
wordt een uitzondering gemaakt. Er dient dan sprake te zijn van een voldoende sociale en/of medische indicatie, onderbouwd door verklaringen van een deskundige. Deze verklaringen zijn door klager niet overgelegd. Nu klager is ingesloten voor het parket
‘s Gravenhage en hetgeen hij overigens naar voren heeft gebracht redelijkerwijs niet kan worden opgevat als een bijzonder geval als hiervoor bedoeld, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging
van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in
tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 20 juni 2012

secretaris voorzitter

Naar boven