Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0950/GB, 19 juni 2012, beroep
Uitspraakdatum:19-06-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/950/GB

Betreft: [klager] datum: 19 juni 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 maart 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie De Kruisberg Doetinchem of de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 13 april 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft zich onttrokken aan detentie om zijn financiële problemen op te lossen. Dit lukte niet en hij is vrijwillig teruggekeerd naar Nederland om de rest van zijn straf uit te zitten. De stelling dat klager is aangehouden is derhalve onjuist.
Klager heeft naar aanleiding van zijn verzoek een gesprek gehad met een medewerker van de afdeling Maatschappelijke Dienstverlening (MMD). Deze deelde hem mee dat zijn verzoek waarschijnlijk zou worden afgewezen, omdat hij zich heeft onttrokken aan
detentie en zich na zijn detentie in Spanje wil vestigen. De selectiefunctionaris heeft het gesprek verkeerd geïnterpreteerd en is van mening dat klager in het gesprek heeft aangegeven zich na detentie in Spanje te willen vestigen. Dit is onjuist, want
klager wil zich in Enschede vestigen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers verzoek is, met inachtneming van het programma Modernisering Gevangeniswezen en het project Detentie & Re-integratie, waarin er geselecteerd wordt aan de hand van het regionaliseringsbeginsel, afgewezen, omdat klager zich na detentie in Spanje
wil vestigen. Klager heeft zich in het verleden zestien maanden onttrokken aan detentie. Klager geeft aan dat hij zich wil vestigen in Enschede. Echter, het verblijfadres van klager is een adres in Spanje. Tevens heeft klager aan de afdeling MMD
aangegeven na detentie te zullen terugkeren naar Spanje. Klager heeft in de p.i. Hoogeveen tweemaal bezoek ontvangen.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris de bestreden beslissing heeft gebaseerd op het in het selectieadvies vermelde gegeven, dat klager zelf heeft aangegeven na zijn detentie te zullen terugkeren naar Spanje. Het regionaliseringsbeginsel als bedoeld in artikel 25,
achtste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden is derhalve niet van toepassing op klager. Klagers stelling dat hij zich na detentie in Enschede wil vestigen, wordt onvoldoende schriftelijk onderbouwd. Uit de stukken
kan niet worden afgeleid dat klager staat ingeschreven in Enschede. Daarnaast zijn bezoekproblemen inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Het feit dat klagers bezoek langer moet
reizen om klager te bezoeken in de inrichting waar hij thans verblijft dan wanneer hij in de gevangenis van de locatie Kruisberg Doetinchem of de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen zou verblijven, kan niet als een dergelijke omstandigheid
worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 19 juni 2012

secretaris voorzitter

Naar boven