Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1017/GB, 21 juni 2012, beroep
Uitspraakdatum:21-06-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1017/GB

Betreft: [klager] datum: 21 juni 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 maart 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep en de nadere schriftelijke toelichting van klagers raadsman, mr. F.G.L. van Ardenne.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 27 augustus 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel. Op 10 april 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van p.i. Ter Apel, een inrichting als bedoeld in
artikel
20b, tweede lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling).

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers familie is woonachtig in België. Indien klager in de locatie Esserheem te Veenhuizen verblijft, is het voor zijn familie onmogelijk om klager, gelet op de grote afstand en de daarbij behorende reiskosten, te bezoeken. Klagers kinderen
verblijven
bij een familielid dat gehandicapt is waardoor zij klager niet kunnen bezoeken. Het is onwenselijk dat klager gedurende zijn detentie geen bezoek ontvangt. Dat hij na zijn detentie geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft, doet hier niets aan af. De
bestreden beslissing is onvoldoende gemotiveerd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is ongewenst vreemdeling en heeft na zijn detentie geen rechtmatig verblijf meer. Gelet op klagers lange strafrestant is hij op 10 april 2012 geselecteerd voor de p.i. Ter Apel. Klager heeft hiertegen bezwaar ingediend, dat nog wordt behandeld.
Klager komt door zijn status als vreemdeling in aanmerking voor een inrichting als bedoeld in artikel 20b, tweede lid, van de Regeling. Hierbij heeft de selectiefunctionaris de keuze uit de locatie Esserheem en de p.i. Ter Apel voor gedetineerden met
een strafrestant van meer dan vier maanden of DTC Zeist voor gedetineerden met een strafrestant van minder dan vier maanden. De uitvoering van bovengenoemd beleid weegt zwaarder dan klagers bezoekproblemen.

4. De beoordeling
Uit het selectieadvies blijkt dat klager op 12 maart 2012 een ongewenstverklaring heeft ontvangen van de Vreemdelingendienst. Klager heeft derhalve geen rechtmatig verblijf meer en zal na het ondergaan van zijn detentie worden uitgezet. Gelet op
artikel
3, derde lid, aanhef onder a, van de Regeling komen gedetineerden ten aanzien van wie vaststaat dat zij na detentie zullen worden uitgezet niet in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Voor alle duidelijkheid overweegt de beroepscommissie dat deze uitspraak geen beslissing inhoudt ten aanzien van het
kennelijk op 11 april 2012, na de afwijzing van het verzoek tot plaatsing in een b.b.i., gemaakte bezwaar tegen de selectiebeslissing van 4 april 2012 tot plaatsing in de p.i. Ter Apel.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 21 juni 2012

secretaris voorzitter

Naar boven