Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0255/GB, 16 mei 2012, beroep
Uitspraakdatum:16-05-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/255/GB

Betreft: [klager] datum: 16 mei 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 januari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing, de nadere informatie van de selectiefunctionaris van 26 april 2012 en de reactie daarop van klagers raadsman van 7 mei 2012.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 20 oktober 2006 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Zoetermeer. Op 30 november 2011 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Dordrecht, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft gedurende zijn huidige detentie nog niet de tijd gekregen om zich voor te bereiden op zijn terugkeer in de samenleving. Klager is al vele malen overgeplaatst. Zijn familie en vrienden hebben hierdoor regelmatig hun werkrooster moeten
aanpassen aan de bezoektijden. Nu klager wederom is overgeplaatst, kan zijn partner niet meer haar werkrooster wijzigen zonder het risico te lopen dat ze haar baan verliest. Klagers partner kan hem hierdoor niet meer met regelmaat bezoeken waardoor hun
relatie alleen maar verslechtert. Klager wenst te worden ingelicht over de concrete feiten en omstandigheden waaruit zou blijken dat klagers veiligheid op de locatie Zoetermeer niet gegarandeerd kan worden. Klager heeft van de selectiefunctionaris
vernomen dat de overplaatsing niet aan klager te verwijten is. De nadere reactie van de selectiefunctionaris van 26 april 2012 brengt geen verandering in klagers standpunt. Klager wil zijn beroep tevens mondeling toelichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Een gedetineerde die betrokken is bij dezelfde strafzaak als waarvoor klager thans is gedetineerd kon alleen maar geselecteerd worden voor de afdeling beheersproblematische gedetineerde van de locatie Zoetermeer. Klager kon niet langer op de locatie
Zoetermeer verblijven omdat de veiligheid van beide gedetineerden niet gegarandeerd kon worden. Ontmoetingen tussen klager en deze medegedetineerde kunnen leiden tot fysieke en mentale problemen en dienen te worden voorkomen. Daartoe moest klager
overgeplaatst worden, aldus de selectiefunctionaris in zijn nadere toelichting. Klagers einddatum is 25 februari 2015. Hij dient in het kader van de regionalisering pas in de laatste vier maanden van zijn detentie in de regio Zoetermeer te worden
geplaatst. De p.i. Dordrecht ligt nog enigszins in de buurt van de woonplaats van klagers bezoek. Het feit dat klager in het verleden al meerdere malen is overgeplaatst staat los van de bestreden beslissing.

4. De beoordeling
4.1. Namens klager is verzocht het beroep ter zitting toe te lichten. Nu niet gemotiveerd is waarom klager zijn beroep mondeling wil toelichten en de beroepscommissie zich voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen, wijst de
beroepscommissie
het verzoek af.

4.2. De gevangenis van de p.i. Dordrecht is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.3 Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.4. Klager verbleef op de locatie Zoetermeer. Een gedetineerde die nauw betrokken is bij klagers strafzaak werd noodgedwongen overgeplaatst naar de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden van dezelfde locatie. Uit het selectieadvies blijkt
dat de veiligheid van beide gedetineerden, vanwege de verplaatsingen naar onder meer de bibliotheek, de medische dienst en de bezoekruimtes, niet gewaarborgd kon worden. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde
beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander
oordeel te kunnen komen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 16 mei 2012

secretaris voorzitter

Naar boven