Nummer: 12/1180/GB
Betreft: [klager] datum: 16 mei 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 3 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep en de nadere toelichting van 10 april 2012 van [...].
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een inrichting in de regio Rotterdam afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 21 juli 2006 gedetineerd in Curaçao en verblijft sedert 29 september 2011 in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught. Hij verblijft in de gevangenis van unit 6 van de p.i. Vught, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De beroepscommissie heeft bij uitspraak van 19 maart 2012 het door klager eerder ingestelde beroep tegen de bestreden beslissing van 3 januari 2012 gegrond verklaard. De bestreden beslissing is gebaseerd op dezelfde gronden als de beslissing van de
selectiefunctionaris van 3 januari 2012. Klagers familie beschikt over onvoldoende financiële middelen om klager te bezoeken in de p.i. Vught. Klager gedraagt zich in de inrichting naar behoren. Klager moet worden voorbereid op zijn terugkeer in de
samenleving.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Blijkens het selectieadvies van de p.i. Vught ontvangt klager bezoek. De reisafstand van Rotterdam naar Vught is acceptabel. Klager is op de lijst gedetineerden met vlucht- en maatschappelijk risico geplaatst.
4. De beoordeling
De beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle betrokken belangen, niet in stand blijven. In voormeld selectieadvies heeft de directeur van de inrichting positief geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek tot overplaatsing.
Klager heeft verder concreet aangegeven waarom zijn familie hem niet vaak kan bezoeken. Ten slotte heeft de selectiefunctionaris onvoldoende onderbouwd waarom niet aan klagers verzoek tegemoet gekomen kan worden. De enkele stelling van de
selectiefunctionaris dat een andere, ook vanuit de Antillen in verband met zijn gedrag naar Nederland overgeplaatste, Antilliaanse gedetineerde in een der Rotterdamse inrichtingen op een overzichtelijke afdeling verblijft, is daartoe onvoldoende. De
bestreden beslissing is daarom ontoereikend gemotiveerd. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming
van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 16 mei 2012
secretaris voorzitter