Nummer: 12/1577/GB
Betreft: [klager] datum: 14 juni 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.M. van Daalhuizen, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 14 mei 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 18 juni 2012 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i) Maashegge te Overloon ongegrond verklaard.
2. De feiten
Bij uitspraak van 7 december 2009 is klager veroordeeld tot een gevangenisstraf van 83 dagen, welke op 25 oktober 2011 onherroepelijk is geworden. Op 26 april 2012 is klager opgeroepen zich op 18 juni 2012 te melden in de b.b.i. Maashegge.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Op 4 mei 2012 is namens klager een gratieverzoek ingediend. De Staatssecretaris beslist over het verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van de straf nadat er een medische verklaring is overgelegd waar klager tot 19 juni 2012 de tijd voor
heeft. In de bestreden beslissing is onvoldoende gemotiveerd waarom er in het geval van klager geen sprake is van bijzondere omstandigheden. Klager heeft medische gegevens overgelegd van de huisarts en de cardioloog. Het feit dat klager schriftelijk
heeft verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep zich te melden in een b.b.i. heeft niets te maken met het verzoek om opschorting van de tenuitvoerlegging van de straf vanwege het ingediende gratieverzoek. Indien klager dit niet schriftelijk had
verklaard, diende hij zijn straf in een normaal beveiligde inrichting te ondergaan, hetgeen klager wilde voorkomen. Klagers advocaat wijst verder op de bijlage bij zijn op 13 juni 2012 per fax ontvangen brief van 13 juni 2012, inhoudende een rapportage
van de psychosociaal begeleider van klager, inhoudende onder meer een beschrijving van de huidige psychosociale situatie van klager en diens partner. De verklaring is tevens naar de selectiefunctionaris gestuurd.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het gratieverzoek heeft geen schorsende werking. De selectiefunctionaris heeft verzocht om klagers medische gegevens, omdat er sprake is van een onvolledig gratieverzoek. Klager is detentiegeschikt. Uit de overgelegde stukken en weliswaar gedateerde
brieven blijkt dat er sprake is van een stabiele situatie, hetgeen wederom wordt bevestigd in een brief van 24 februari 2012. Daarnaast staat in deze brief dat het met klager prima gaat en hij geen klachten ondervindt.
4. De beoordeling
4.1. De b.b.i. Maashegge is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. De beroepscommissie is van oordeel dat de selectiefunctionaris, gezien het feit dat het gratieverzoek is ingediend nadat de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf volgens de wet inmiddels was aangevangen en het verzoek daarom geen opschortende
werking heeft, in beginsel kon beslissen tot het afwijzen van het door klager ingediende verzoek tot uitstel. Gelet op de uitzonderlijke omstandigheden waarin klager en zijn partner zich bevinden, waarvan blijkt in de rapportage van de psychosociaal
begeleider van klager van 8 juni 2012, acht de beroepscommissie het desondanks redelijk en billijk dat een uitzondering wordt gemaakt op de hoofdregel en dat klager de beslissing op zijn gratieverzoek moet kunnen afwachten in vrijheid en dat hij zich
dus niet thans al hoeft te melden voor het ondergaan van de hem opgelegde vrijheidsstraf. Het beroep zal vanwege voormelde uitzonderlijke omstandigheden gegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de bestreden beslissing en bepaalt dat klager uitstel krijgt van zijn meldingsplicht totdat op het gratieverzoek zal zijn beslist.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 14 juni 2012
secretaris voorzitter