Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0601/TA, 14 juni 2012, beroep
Uitspraakdatum:14-06-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/601/TA

betreft: [klager] datum: 14 juni 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 februari 2012 van de beklagcommissie bij de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsvrouw mr. J. Steenbrink om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft a. het niet vervoeren naar het ziekenhuis, b. het niet verstrekken van de juiste warme maaltijd en c. het weigeren van verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag vermeld onder a. ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag vermeld onder b. en c. op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager en het hoofd van de inrichting hebben hun standpunten, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie voor wat betreft b. en c. op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.
Voor wat betreft a. overweegt de beroepscommissie dat door de beklagcommissie is geoordeeld dat geen sprake is van het niet betrachten van de zorgplicht en dat namens het hoofd van de inrichting getracht is om zorg te dragen voor vervoer. Derhalve is
de
beroepscommissie van oordeel dat het beklag de wijze van betrachten van de zorgplicht betreft en zal derhalve klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot b. en c. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en vernietigt met betrekking tot a. de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog
niet-ontvankelijk in het beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 juni 2012

secretaris voorzitter

Naar boven