Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0312/GA, 6 juni 2012, beroep
Uitspraakdatum:06-06-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/312/GA

betreft: [klager] datum: 6 juni 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H.M.S. Cremers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 januari 2012 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 mei 2012, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Vught. De raadsvrouw van klager, mr. H.M.S. Cremers, heeft schriftelijk bericht verhinderd te
zijn ter zitting te verschijnen en bij dat bericht het beroep ook nader toegelicht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het opleggen van toezichthoudende maatregelen in verband met klagers plaatsing op de GVM-lijst.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft vernomen dat op basis van een politieke beslissing alle gedetineerden die vanuit Bonaire worden geplaatst in Nederland op de GVM-lijst
dienen
te staan.. Sinds zijn verblijf in Nederland vertoont klager goed gedrag. De opgelegde maatregelen zijn dan ook onredelijk en disproportioneel. Klager zou vluchtgevaarlijk zijn, doch dit wordt nergens geconcretiseerd. Aan de bestreden beslissing kleeft
derhalve een motiveringsgebrek. Klager ontkent dat hij vluchtplannen heeft. Verder wordt verwezen naar de mediagevoeligheid. Onduidelijk is wat hiermee wordt bedoeld. Klager ontkent verder langdurig ontwrichtend en ondermijnend gedrag te hebben
vertoond
in de penitentiaire inrichtingen op de Nederlandse Antillen. Klager is zelf veelvuldig slachtoffer geweest van steekpartijen in de inrichtingen aldaar.
Met uitzondering van toezicht tijdens het bezoek zijn de beperkingen thans opgeheven. Klager staat nog steeds op de GVM-lijst, maar valt nu onder de categorie ‘verhoogd’ in plaats van ‘hoog’.

De directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is op 26 augustus 2011 direct vanuit Bonaire geplaatst in de p.i. Vught. De directeur weet niet of personen vanuit Bonaire direct op de
GVM-lijst worden geplaatst. Na zijn plaatsing in Vught kwam het bericht over klagers plaatsing op de GVM-lijst. Op dat moment beschikte de inrichting alleen over klagers voorgeschiedenis in de Antilliaanse inrichtingen. Daarop is besloten klager
beperkingen op te leggen. De inrichting wilde vervolgens zelf aanschouwen hoe klager zich in Nederlandse detentie ontwikkelde. Het beklag betreft de periode van 11 november tot 9 december 2011. Een periode van drie maanden was niet voldoende om de
beperkingen dan al wat te verlichten. De directeur wilde weten of klagers goed gedrag werd veroorzaakt door de geboden structuur of dat er sprake was van schijnaanpassing. De mediagevoeligheid heeft betrekking op de overbrenging van klager vanaf
Curaçao
naar Nederland en niet op het gepleegde delict of zijn gedrag.

3. De beoordeling.
Vast is komen te staan dat klager op 26 augustus 2011 direct vanuit Bonaire in de p.i. Vught is geplaatst voor de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf die hem op de Nederlandse Antillen is opgelegd. Onbestreden is tevens dat klager sinds zijn
plaatsing in de p.i. Vught zich gemakkelijk aanpast en beheersmatig geen gedrag laat zien waarvan in de inrichtingen overzee kennelijk sprake was.
Nadat klager ongeveer drie maanden in Nederland verbleef was er aanleiding om de genomen maatregelen te heroverwegen. Naar de beroepscommissie begrijpt, heeft periodieke heroverweging ook plaatsgevonden. Niet valt echter in te zien waarom gelet op het
gedrag van klager na drie maanden er niet enige versoepeling van de uitgebreide maatregelen mogelijk was. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en het beklag zal na vernietiging van de uitspraak van de beklagcommissie alsnog gegrond worden
verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het door klager geleden ongemak hem een tegemoetkoming toe te kennen. Zij stelt deze vast op € 50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.M.L. Pattijn MSM, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 6 juni 2012

secretaris voorzitter

Naar boven