Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1451/SGA, 10 mei 2012, schorsing
Uitspraakdatum:10-05-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1451/SGA

Betreft: [klager] datum: 10 mei 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van genoemde p.i., inhoudende dat verzoeker op 8 mei 2012, hoewel op die datum een einde was gekomen aan
zijn detentie, de inrichting niet mocht verlaten.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 8 mei 2012 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 9 mei 2012. De secretaris van de beklagcommissie heeft nog niet gereageerd op het verzoek van de voorzitter om
inlichtingen. Nu verzoeker het klaagschrift had gevoegd bij zijn schorsingsverzoek en dit klaagschrift ook is doorgezonden naar de beklagcommissie, gaat de voorzitter er van uit dat de beklagcommissie het klaagschrift als klacht heeft ingeboekt.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
De voorzitter overweegt dat verzoeker niet gebaat is bij een enkele beslissing tot schorsing, omdat dit niet kan leiden tot de door verzoeker gewenste situatie, namelijk dat hij in vrijheid wordt gesteld en de inrichting mag verlaten. Daarvoor zou
tevens nodig zijn een beslissing als bedoeld in artikel 68, derde lid, sub a of b, van de Pbw. Voor een dergelijke beslissing is in de schorsingsprocedure geen ruimte.
Gelet op vorenstaande concludeert de voorzitter dat de aard van de bestreden beslissing zich niet leent voor schorsing. De voorzitter komt derhalve aan een verdere beoordeling van de beslissing niet toe. Het verzoek zal worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gegeven door mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 10 mei 2012.

secretaris voorzitter

Naar boven