nummer: 12/422/GA
betreft: [klager] datum: 31 mei 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 23 januari 2012 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 27 april 2012, gehouden in de p.i. Krimpen aan den IJssel, is gehoord mr. L.C. Visser, kantoorgenoot van klagers raadsman.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.
De directeur van de p.i. Alphen aan den Rijn heeft schriftelijk bericht verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de ventilatie in klagers meerpersoonscel.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager handhaaft zijn standpunt dat hij kort na zijn plaatsing op de meerpersoonscel op 8 juni 2011 via de technische dienst en de directie heeft geklaagd over de ventilatie. Pas een aantal weken later heeft de inrichting de door klager gemelde storing
doorgemeld. Op 9 of 16 augustus 2011 is de technische dienst langs geweest, maar de problemen zijn aanmerkelijk later verholpen, nu op 5 september 2011 nog steeds een gebrekkige ventilatie werd geconstateerd. De lucht in de cel kon niet voldoende
worden
ververst, zodat artikel 6, derde lid, van de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen is geschonden.
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Klager heeft een melding gemaakt over de ventilatie in zijn cel. Op 22 juli 2011 heeft de Rijksgebouwendienst de melding van de technische dienst van de inrichting doorgestuurd naar het bedrijf B. Op 22 juli 2011 heeft een monteur van genoemd bedrijf
na
een meting de regelkleppen opnieuw ingesteld. Hiermee was het probleem verholpen en er zijn geen nieuwe meldingen gedaan over een slechte ventilatie. De periode die is verstreken tussen klagers klacht over de ventilatie en het moment dat de monteur is
langs geweest om het gebrek te verhelpen is niet onredelijk lang geweest.
3. De beoordeling
Klager, die op 8 juni 2011 op de meerpersoonscel is geplaatst, heeft aangevoerd dat hij, kort daarna, half en eind juni 2011 heeft geklaagd over de slechte ventilatie in die cel en dit is door de directeur niet weersproken. Op 22 juli 2011 heeft de
Rijksgebouwendienst een bedrijf ingeschakeld en op 22 juli 2011 heeft een monteur van dit bedrijf de regelkleppen van de ventilatie van klagers cel opnieuw ingesteld, waarna het gebrek is verholpen. Daarna zijn geen klachten meer ontvangen. Uit het
dossier blijkt dat bij de controle door genoemd bedrijf de ventilatie in klagers cel zeer gebrekkig was; de ventilatie was 60m3/ per uur, terwijl dit voor een meerpersoonscel 100m3/ per uur moet zijn.
De beroepscommissie is van oordeel dat niet voldoende voortvarend is gehandeld, nu het een maand heeft geduurd voordat de slechte ventilatie in klagers cel werd gemeld en verholpen. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal
aan
klager een tegemoetkoming toekennen van € 50,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 31 mei 2012
secretaris voorzitter