Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0309/GA, 30 mei 2012, beroep
Uitspraakdatum:30-05-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/309/GA

betreft: [klager] datum: 30 mei 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Ter Apel,

gericht tegen een uitspraak van 23 januari 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 mei 2012, gehouden in de p.i. Ter Apel, zijn [...] respectievelijk plaatsvervangend vestigingsdirecteur en juridisch medewerker van de p.i. Ter Apel, gehoord.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze is opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de televisie, wegens verstoring van de orde en veiligheid op de afdeling en bedreiging van een personeelslid.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. Bij die gelegenheid is aan klager een tegemoetkoming toegekend van € 37,50.

2. De standpunten van de directeur en klager
Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beklagrechter stelt dat de directeur meer rekening had moeten houden met alle feiten en omstandigheden van het geval. Klager heeft jegens een personeelslid bedreigingen geuit en de orde op de afdeling verstoord. Normaal gesproken wordt er voor dit
soort feiten een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel opgelegd. De directeur heeft getracht in dit geval maatwerk toe te passen en daarom is aan klager een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in de eigen cel opgelegd.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit het verslag van 8 september 2011 en uit de melding van de inrichtingsmedewerker A.T. van 8 september 2011 wordt voldoende aannemelijk dat klager op 8 september 2011 inrichtingsmedewerker A.T. heeft bedreigd en op die dag heeft gezorgd voor
geluidsoverlast door te schoppen tegen de (gesloten) deur van zijn verblijfsruimte. Dat gedrag van klager is strafwaardig en de directeur kon – bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – in redelijkheid en billijkheid tot de oplegging van
de
bestreden disciplinaire straf beslissen. Daarbij heeft de directeur, door klager geen opsluiting in een strafcel op te leggen doch opsluiting in zijn eigen verblijfsruimte, naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende rekening gehouden met de
omstandigheden van het geval. De uitspraak van de beklagrechter kan daarom niet in stand blijven en het beklag dient alsnog ongegrond te worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. C.J.G. Bleichrodt en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 30 mei 2012

secretaris voorzitter

Naar boven