nummer: 12/1131/GV
betreft: [klager] datum: 16 mei 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 28 maart 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het verlofverzoek was gedaan wegens een familiereünie. Klager vraagt zich af aan de hand van welke richtlijnen zijn verzoek is beoordeeld, betwist dat er sprake is maatschappelijke onrust bij verlofverlening en wil inzage in informatie van de politie.
Ook de informatie van het Openbaar Ministerie wordt betwist. Klager is in 1990 met zijn gezin naar Portugal vertrokken. Klager heeft in Portugal nimmer een oproep ontvangen. Zijn adres in Portugal was bekend en de opmerking dat klager niet stond
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (g.b.a.) snijdt geen hout. Telefonische raadpleging bij klagers advocaat zou naar zijn adres in Portugal leiden. Ook heeft de advocaat een waarborgsom aangeboden opdat klager zijn verlof kon
doorbrengen op het adres van zijn dochter. In mei 2012 is aan klager een nieuw paspoort geweigerd, waarmee geïmpliceerd werd dat klager niet terug kon gaan naar Nederland. Klager heeft een rijbewijs waarmee hij zich kan identificeren. In januari 2011
heeft de advocaat een betalingsregeling getroffen met het CJIB van € 1.500,= per maand. Deze regeling is nagekomen tot mei 2012. Toen klager geen nieuw paspoort kreeg, heeft hij het CJIB geïnformeerd dat hij de betalingsregeling niet meer kon nakomen.
Er was sprake van onmacht en niet van onwil. De informatieadviezen missen feitelijke grondslag.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het verzoek is beoordeeld aan de hand van hoofdstukken 1 en 2 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de Regeling). Er staat een geldboete open van € 200.000,= waarvan de betalingsregeling van februari 2011 is gestagneerd. In februari
2012
is een geldbedrag betaald. Er bestaat een ernstig vermoeden dat klager zich aan zijn detentie zal onttrekken. Bovendien is er geen geldig legitimatiebewijs waardoor verlofverlening niet mogelijk is op basis van het beleid en de Wet Identificatieplicht
uit 2005. Uit navraag bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught blijkt dat klager in zijn preciosa geen legitimatiebewijs of rijbewijs heeft. Over een eventuele waarborgsom wordt opgemerkt dat er in het dossier geen akkoordverklaring is. Met de
melding van klager op de lijst van het Team executie strafvonnissen (TES), is de verwachting groot dat klager zich zal onttrekken aan zijn detentie. Het verzoek om verwijdering van klager van de TES-lijst dient klager bij de juiste instantie de doen.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de p.i. Vught heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Hierbij is opgemerkt dat een geldig identiteitsbewijs ontbreekt en klager zijn straf ondergaat door tussenkomst van het TES.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Den Bosch heeft aangegeven bezwaar te hebben tegen verlofverlening. Hierbij is aangegeven dat er een ernstig vermoeden bestaat dat klager zich aan zijn detentie zal onttrekken en dat er een geldboete van €
200.000,= is opgelegd. Op 23 februari 2012 was er blijkbaar geen betalingsregeling voor de geldboete.
In het dossier bevindt zich een executie indicator van de officier van justitie van het TES van 27 september 2011. Hieruit volgt dat klager naar het buitenland was vertrokken en zich geruime tijd onvindbaar heeft gehouden voor justitie. Klager stond
niet ingeschreven in de g.b.a. Er is een opsporingsonderzoek ingesteld, er is gebruik gemaakt van bijzondere opsporingsbevoegdheden en op 11 juli 2011 is een Europees aanhoudingsbevel uitgevaardigd. Klager wordt daarom als vluchtgevaarlijk aangemerkt
en de kans wordt groot geacht dat klager zich aan de verdere tenuitvoerlegging van zijn straf zal onttrekken.
De politie heeft geen bezwaar tegen het opgegeven verlofadres.
3. De beoordeling
Klager is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 23 maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van twee jaren, wegens het meermalen opzettelijk doen van een onjuiste belastingaangifte. De wettelijk vroegst
mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 13 juli 2012. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van één jaar te ondergaan op grond van een opgelegde geldboete van € 200.000,=.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag.
Uit het advies van de p.i. Vught volgt dat klager op 14 september 2011 is aangehouden in Portugal en is overgebracht naar Nederland om zijn vrijheidsstraf te ondergaan. Met betrekking tot de geldboete is niet gebleken dat deze is betaald of dat
hieromtrent een regeling is getroffen. Gezien de inhoud van de overig gegeven adviezen op klagers verzoek, oordeelt de beroepscommissie dat de afwijzing van het verlofverzoek is gerechtvaardigd. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij
afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 16 mei 2012
secretaris voorzitter