Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4517/GA, 15 mei 2012, beroep
Uitspraakdatum:15-05-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/4517/GA

betreft: [klager] datum: 15 mei 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 5 december 2011 van de beklagcommissie bij de locatie Torentijd te Middelburg,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 april 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, is klager gehoord.
De directeur van de locatie Torentijd heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Van het horen van klager is verslag opgemaakt, welk verslag ter kennisneming aan klager en de directeur is gezonden. Aan de directeur is bij die gelegenheid verzocht om schriftelijk antwoord te geven op een vijftal vragen van de beroepscommissie. De
directeur heeft op 27 april 2012 op dat verzoek van de beroepscommissie gereageerd. Die reactie is ter kennisneming aan klager gezonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft schade aan een radio nadat die radio bij de invoer in de locatie was verzegeld.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager werd vanuit de penitentiaire inrichting (p.i.) Breda overgeplaatst naar de p.i. Krimpen aan den IJssel. Klagers radio was in Breda verzegeld door een firma – [...] – die voor alle inrichtingen de verzegeling regelt. In Krimpen aan den IJssel is
klagers radio opgeslagen in de fouillering omdat het daar niet is toegestaan een eigen radio op cel te hebben. Klager werd vervolgens overgeplaatst naar de locatie Torentijd. In Middelburg werd de eerder aangebrachte verzegeling verwijderd en
vervolgens
werd zijn radio opnieuw verzegeld door dezelfde firma die dat eerder ook al had gedaan. Na die verzegeling bleek de radio beschadigd te zijn. Klager heeft zelf geen opdracht gegeven voor het opnieuw verzegelen. Klager is van mening dat dit ook niet
noodzakelijk was. Het door de inrichting overgelegde formulier is niet door klager ondertekend. Klager heeft daarover aangifte gedaan van valsheid in geschrifte. De handtekening op dat formulier lijkt ook niet op klagers handtekening. Volgens klager
zijn de oorspronkelijke zegels verwijderd door de badmeester van Torentijd. Die is daartoe echter niet bevoegd. De eerdergenoemde firma is als enige bevoegd om de verzegeling te verzorgen. De verzegeling van de radio heeft € 4,50 gekost. Dat bedrag is
van klagers rekening ingehouden. Klager wil graag dat de radio alsnog gemaakt wordt. Het betreft een vrij kostbare radio.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt gehandhaafd.

In zijn schriftelijke reactie van 27 april 2012 heeft de directeur – zakelijk weergegeven – nog het volgende opgemerkt.
In de locatie Torentijd geschiedt de verzegeling van elektrische apparatuur door medewerkers van de Technische Dienst van de inrichting. Alle apparatuur wordt opnieuw verzegeld. De kosten worden alleen dan verhaald, als de apparatuur van buiten de
inrichting komt. Ook eerder verzegelde apparatuur wordt opnieuw gecontroleerd en verzegeld. Dit omdat er bij de verschillende inrichtingen sprake is van verschillende beleidsinterpretaties over hetgeen is toegestaan. De kosten voor verzegeling bedragen
€ 4,50, welk bedrag wordt gedragen door de opdrachtgever. Indien een apparaat eerder door een andere inrichting is verzegeld, is de verzegeling in de locatie Torentijd kosteloos. Niet valt op de korte termijn na te gaan of aan klager kosten in rekening
zijn gebracht. Indien dat aantoonbaar wel het geval zou zijn, dan is zijn vraag om teruggave van dat bedrag gerechtvaardigd.
Klager heeft een opdracht tot verzegeling getekend. Zonder een dergelijke verklaring is het voor de badafdeling, zulks in samenspraak met de Technische Dienst, niet toegestaan dat apparaat te openen. Indien er geen verklaring is, wordt het betreffende
apparaat opgeslagen in de fouillering van de betreffende gedetineerde. Het personeel van de afdeling wist dat de betreffende radio naar behoren werkte. De directeur acht het toevallig dat, nadat een andere gedetineerde voor een schade aan een
elektrisch
apparaat was gecompenseerd, klager ineens kwam met een defecte radio die hij toen overigens al twee weken in zijn bezit had. De directeur merkt nog op dat de handtekening op de verzegelingsopdracht sterk lijkt op klagers handtekening.

3. De beoordeling
Uit de inlichtingen van de directeur wordt aannemelijk dat eerder in een andere inrichting verzegelde elektrische apparatuur bij binnenkomst in de locatie altijd wordt geopend door medewerkers van de inrichting en na controle opnieuw wordt verzegeld.
Dit gebeurt vanwege verschillen in beleidsinterpretaties van inrichtingen met betrekking tot de toegestane kenmerken van de apparatuur. Gelet op het feit dat een dergelijke (her)verzegeling niet aan gedetineerden in rekening wordt gebracht, acht de
beroepscommissie dat niet onredelijk. Dat geldt temeer nu aannemelijk moet worden geacht dat klager zelf het opdrachtformulier voor die verzegeling heeft ondertekend. De stelling van klager dat die handtekening vals zou zijn, wordt onvoldoende
aannemelijk geacht.

Vast is komen te staan noch aannemelijk is geworden dat enige beschadiging aan klagers radio door een medewerker van de inrichting bij gelegenheid van de herverzegeling is toegebracht. Voor zover klager de kosten van de (her)verzegeling zou hebben
moeten betalen, gaat de beroepscommissie ervan uit dat de directeur die kosten, indien klager aantoont dat die kosten zijn voldaan, aan hem zal vergoeden, zoals de directeur in zijn antwoord op vragen van de beroepscommissie heeft toegezegd.

Hetgeen in beroep naar voren is gebracht kan daarom – voor zover een en ander is komen vast te staan – niet leiden tot een andere uitspraak dan die van de beklagcommissie. het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard, met bevestiging van de
uitspraak van de beklagcommissie.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, mr. P.A.M. Mevis en dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 mei 2012

secretaris voorzitter

Naar boven