Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1061/SGB, 3 april 2012, schorsing
Uitspraakdatum:03-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1061/SGB

Betreft: [klager] datum: 3 april 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van, ingediend door mr. S.G.E. Koumans, namens

[...], verder verzoeker te noemen, die thans niet is gedetineerd.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de telefonische mededeling van de parketpolitie dat hij zich op 19 maart 2012 diende te melden op het
politiebureau te Heerlen om van daaruit overgebracht te worden naar het Justitieel Medisch Centrum te Den Haag.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het bezwaarschrift d.d. 29 maart 2012 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de selectiefunctionaris d.d. 2 april 2012.

1. De beoordeling
Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris blijkt dat nog geen sprake is van een beslissing van de selectiefunctionaris als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Pbw. Het gaat in dit geval om een verzoek van het Centraal Justitieel
Incassobureau (CJIB) aan de politie om verzoeker op een bepaalde datum aan te houden. De aanhouding of een oproep van de politie aan de veroordeelde om zich op het politiebureau te melden, gaat geheel buiten de selectiefunctionaris om. Eerst nadat de
veroordeelde is aangehouden, krijgt de selectiefunctionaris het verzoek tot plaatsing in een justitiële inrichting. Het namens verzoeker ingediende bezwaarschrift zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard. Ten overvloede wordt opgemerkt dat
verzoeker zich in januari en maart 2012 niet heeft gemeld, ondanks verzoeken hiertoe van de politie. Gelet hierop heeft het CJIB het arrest van verzoeker overgedragen aan het Team Executie Strafvonnissen van het Openbaar Ministerie. Indien verzoeker al
op enig moment een belang had bij een schorsingsverzoek, is dit belang komen te ontvallen omdat hij zich niet op het politiebureau heeft gemeld en zich dus heeft ontrokken aan detentie. Gelet op het vorenstaande kan de voorzitter verzoeker niet
ontvangen in zijn verzoek.

2. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

Aldus gedaan door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris op 3 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven