nummer: 12/153/TR
betreft: [klager] datum: 7 mei 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een (vermeende) beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de bestreden beslissing
Het beroep richt zich tegen de (vermeende) beslissing van de Staatssecretaris tot intrekking van de machtiging om transmuraal verlof aan klager te verlenen.
2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft op 17 januari 2012 van een medewerker van de Van der Hoevenkliniek vernomen dat het Ministerie van Veiligheid en Justitie de machtiging transmuraal verlof heeft ingetrokken en dat deze beslissing al twee weken bekend was bij de inrichting.
Hij heeft geen schriftelijke mededeling ontvangen en is dan ook niet op de hoogte wanneer deze beslissing is genomen. Verzocht wordt om het beroep formeel gegrond te verklaren en aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.
Klagers echtgenote heeft woorden gehad met een kennis die op 20 december 2011 de inrichting heeft gebeld dat hij de volgende dag aangifte zou doen tegen klager wegens bedreiging. De inrichting heeft na het telefoongesprek klagers transmurale verlof
opgeschort en hem op 20 december 2011 binnengehaald.
Klagers echtgenote is reeds gehoord door de politie. Klager is op 30 januari 2012 gehoord. Het politieonderzoek is nog lopende. Gelet op de verklaring van zijn vrouw dat hij niet eens aanwezig was ten tijde van het incident, is het de vraag of er een
strafvervolging gaat volgen. Er is sprake van een valse aangifte. Gelet hierop en de zeer grote consequenties voor klager, had de Staatssecretaris niet mogen beslissen tot intrekking van het transmurale verlof. De intrekking verstoort klagers goed
lopende resocialisatie.
Verzocht wordt om het beroep ook materieel gegrond te verklaren en aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.
Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Eind 2011 is aangifte gedaan tegen klager ter zake van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Klagers verlof is conform het bepaalde in artikel 53 van het Reglement verpleging ter beschikking gestelden ingetrokken door het
hoofd
van de inrichting totdat het onderzoek door het Openbaar Ministerie is afgerond.
Afhankelijk van de uitkomst van het strafrechtelijk onderzoek komt de verlofmachtiging van rechtswege te vervallen dan wel zal worden bezien of het verlof gecontinueerd kan worden. Van een intrekking van de machtiging transmuraal verlof is derhalve
(vooralsnog) geen sprake. Klager wordt niet-ontvankelijk in zijn beroep geacht.
3. De beoordeling
Uit de schriftelijke mededelingen namens de Staatssecretaris volgt dat door de Staatssecretaris (nog) geen beslissing is genomen om de betreffende machtiging transmuraal verlof in te trekken. Derhalve kan de beroepscommissie klager niet ontvangen in
het
beroep.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 7 mei 2012
secretaris voorzitter