Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0187/TA, 1 mei 2002, beroep
Uitspraakdatum:01-05-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/187/TA

betreft: [klager] datum: 1 mei 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (BVT) heeft kennis genomen van een op 18 januari 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 13 december 2001 van de beklagcommissie bij De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft zitting gehouden op 18 maart 2002 in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam. Zowel klager als het hoofd van de inrichting hebben schriftelijk te kennen gegeven geen gebruik te willen maken vande gelegenheid op deze zitting te worden gehoord.

Op grond haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de niet schriftelijk medegedeelde intrekking van verlof, door daartoe onbevoegde functionarissen.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op 15 november 2001 is beslist tot intrekking van zijn verlof. De beslissing is genomen door twee sociotherapeuten van klagers afdeling, die in de mening verkeerden dat klager de verlofvoorwaarden niet nakwam. Zij hadden de indrukdat klager zich aan zijn (vrijetijds)programma onttrok, maar hebben klager daarover niet gehoord alvorens de beslissing te nemen. De beslissing is echter niet op de juiste feiten gebaseerd en is slechts mondeling meegedeeld aanklager. Sociotherapeuten zijn niet bevoegd deze beslissing te nemen.
Klager verzoekt de beroepscommissie de beklagmogelijkheid te verruimen indien de beslissing van de beklagcommissie juist is.

Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Krachtens artikel 56, tweede lid, onder a, Bvt is intrekking van verlof als bedoeld in artikel 50, derde lid, Bvt pas beklagwaardig indien het verlof op het moment van intrekking een aaneengesloten periode van meer dan een weekheeft geduurd.
Klager heeft de duur van het desbetreffende verlof niet exact aangegeven. Hij heeft de beroepscommissie verzocht de beklagmogelijkheid te verruimen indien de beslissing van de beklagcommissie juist is. De beroepscommissie gaat erderhalve van uit dat klagers verlof nog niet meer dan een week aaneengesloten had geduurd toen het werd ingetrokken.
De beklagcommissie heeft klager, gelet op het hiervoor overwogene, terecht niet-ontvankelijk verklaard in het beklag. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

De beroepscommissie merkt overigens op dat de beslissing tot intrekking van verlof als bedoeld in artikel 50, derde lid, Bvt krachtens het bepaalde in artikel 7, vijfde lid, onder b. is voorbehouden aan het hoofd van de inrichting.Artikel 53, tweede lid onder b schrijft voor dat de tbs-gestelde dient te worden gehoord alvorens tot verlofintrekking wordt besloten. Ingevolge artikel 54, tweede lid, Bvt ontvangt de tbs-gestelde onverwijld een schriftelijkegemotiveerde mededeling van de intrekkingsbeslissing. De hoorplicht en de informatieplicht dienen, gelet op het bepaalde in artikel 7, vijfde lid onder c, door het hoofd van de inrichting zelf in acht te worden genomen.
Deze wetsbepalingen gelden evenzeer ten aanzien van niet-beklagwaardige als beklagwaardige beslissingen tot intrekking van verlof.
Omdat de onderhavige verlofintrekking niet beklagwaardig is kan de beroepscommissie niet toetsen of deze wetsbepalingen in acht zijn genomen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, prof.dr. N.W. Slot en J.L. Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Swart-Babbé, secretaris, op 1 mei 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven