Nummer: 12/143/GB
Betreft: [klager] datum: 1 mei 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.S.A. Bovens, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op de weigering van de selectiefunctionaris om te beslissen op klagers bezwaarschrift van 6 november 2011,
alsmede van de overige stukken.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft geweigerd te beslissen op klagers bezwaarschrift van 6 november 2011 gericht tegen een beslissing van 29 september 2011 om hem vanuit het Sentro di Detenshon i Korekshon Korsou te Curaçao over te plaatsen naar het huis van
bewaring van de locatie Zwaag.
2. Ontvankelijkheid
Klager is door de rechter op de Nederlandse Antillen veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaar. In het kader van artikel 40 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (hierna: het Statuut) is klager op 29 september 2011
overgebracht naar Nederland en ingesloten in een penitentiaire inrichting (p.i.) gericht op de verdere tenuitvoerlegging van de aan hem opgelegde vrijheidsstraf.
Klager verblijft thans in de p.i. Hoogeveen.
De selectiefunctionaris heeft op 19 maart 2012 klagers bezwaarschrift beantwoord en gesteld dat klager niet-ontvankelijk is in het bezwaar, omdat de bestreden beslissing geen beslissing is van de selectiefunctionaris op grond waarvan op grond van de
Pbw
bezwaar openstaat. Namens de Staatssecretaris zijn excuses aangeboden voor de late beantwoording van klagers bezwaarschrift.
De beslissing om klager op grond van artikel 40 van het Statuut in een p.i. in Nederland te plaatsen is geen beslissing van de selectiefunctionaris zoals bedoeld in artikel 72 Pbw waartegen bezwaar of beroep open staat. De Pbw voorziet ook anderszins
niet in de mogelijkheid hiertegen in rechte op te komen.
Klager dient, gelet op het bovenstaande, niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 1 mei 2012
secretaris voorzitter