Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0631/GB, 23 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:23-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/0631/GB

Betreft: [klager] datum: 23 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G. Tj. de Jong, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 februari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 16 oktober 2008 gedetineerd. Hij nam vanaf 24 juni 2010 deel aan een penitentiair programma (p.p.) en was administratief ondergebracht bij de PIA van de locatie Noordsingel Rotterdam. Op 18 november 2011 is hij ter zake van de
verdenking van een nieuw strafbaar feit in verzekering gesteld. Op 21 november 2011 is klager als preventief gehechte geplaatst in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Wolvenplein te Utrecht en is zijn deelname aan het p.p. beëindigd. Bij
beslissing van 1 december 2011 heeft de raadkamer van de rechtbank Utrecht de vordering van de Officier van Justitie tot de gevangenhouding van klager afgewezen. Het Gerechtshof te Arnhem heeft de beschikking van de rechtbank bij arrest van 21 december
2011 bevestigd. Op 7 februari 2012 is klager geplaatst in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is het niet eens met de beslissing om hem in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein te plaatsen, want hij wil opnieuw deelnemen aan een p.p. Volgens klager is tegen hem een onjuiste of
onware aangifte gedaan. Deze persoon is een notoire oplichter. Naast klager werd ook iemand anders aangehouden, die ook niets met deze verdenking van doen heeft. Klager gaat ervan uit dat hij wordt vrijgesproken.

Volgens klager heeft hij, voordat hij de selectiebeslissing van 16 januari 2012 ontving, aangegeven dat hij weer wilde deelnemen aan het p.p. Hij heeft nooit een beslissing tot beëindiging van het p.p. ontvangen, zodat hij geen bezwaarschrift heeft
kunnen indienen tegen de beëindiging van het p.p. Voorafgaand aan de beëindiging ging het erg goed met klager. Ook klagers deelname aan het p.p. verliep goed. Dit werd doorkruist door een volstrekt onjuiste aangifte. Klager heeft er belang bij om weer
deel te kunnen nemen aan een p.p. Hij was bezig om een eigen zaak op te starten en de hele situatie heeft klager een hoop schade berokkend. Klager is dan ook van mening dat de selectiefunctionaris hem opnieuw had moeten laten deelnemen aan het p.p. De
beëindiging van het p.p. heeft een enorme impact gehad op klagers leven. Klager verzoekt om toekenning van een compensatie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager nam deel aan een p.p. Omdat klager werd verdacht van het plegen van een strafbaar feit is hij in verzekering gesteld en op 21 november 2011 als preventief
gehechte geplaatst in het h.v.b. van de locatie Wolvenplein te Utrecht, waardoor klagers deelname aan het p.p. van rechtswege is geëindigd. Op 1 december 2012 is de preventieve hechtenis opgeheven en is klagers oude straf weer ingegaan met als
einddatum
3 mei 2012. Omdat de strafzaak wegens de verdenking van bedreiging in maart 2012 wordt behandeld - en daarom sprake is van een openstaande strafzaak - is klager op 16 januari 2012 geselecteerd voor de gevangenis van de p.i. Nieuwegein, waar een regime
van algehele gemeenschap geldt. In het selectieadvies van de directeur van het h.v.b. van de locatie Wolvenplein staat dat klager heeft aangegeven dat hij hoopt dat hij zo snel mogelijk naar een gevangenis kan.

In de toelichting op het beroep heeft de selectiefunctionaris aangegeven dat klager op 16 maart 2012 door de rechtbank Utrecht is vrijgesproken van het feit waarvoor hij in november 2011 in verzekering en bewaring is gesteld, hetgeen inhoudt dat geen
sprake meer is van een openstaande strafzaak.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. Klagers deelname aan het p.p. is beëindigd omdat hij vanwege de verdenking van een nieuw strafbaar feit in verzekering en bewaring is gesteld. Artikel 9 van de Pm stelt als voorwaarde voor deelname aan een p.p. dat de gedetineerde zich niet
schuldig zal maken aan een strafbaar feit. Het bestaan van een verdenking dat de veroordeelde zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, kan derhalve voldoende reden vormen om klager niet opnieuw aan een p.p. te laten deelnemen. Ten tijde van
de bestreden beslissing was immers nog steeds sprake van verdenking van een strafbaar feit. Gelet hierop kon de selectiefunctionaris dan ook in redelijkheid besluiten om klager te selecteren voor de gevangenis van de p.i. Nieuwegein en niet voor
deelname aan een p.p. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan gelet op het voorgaande dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard. Dat klager na de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris is vrijgesproken ter zake van het feit waarvoor hij in verzekering en bewaring was gesteld, doet aan het voorgaande niet af.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 23 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven