Nummer: 12/497/GB
Betreft: [klager] datum: 3 mei 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 6 februari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Ooyerhoek te Zutphen afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 27 juni 2008 gedetineerd in Nederland. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil overgeplaatst worden in het kader van de orde en veiligheid. Klager heeft problemen met een inrichtingsmedewerker. Klager stelt dat de inrichtingsmedewerker informatie aan medegedetineerden verstrekt. Indien klager deze situatie aangeeft,
wordt er door het afdelingshoofd een rapport opgemaakt en de informatie aan medegedetineerden verstrekt.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Ondanks dat klager zijn verzoek niet nader motiveert, adviseert de inrichting positief. Uit het selectieadvies kan niet worden afgeleid welke problemen klager ondervindt. De problemen die klager stelt te hebben met een inrichtingsmedewerker dient hij
te
bespreken binnen de inrichting.
4. De beoordeling
De problemen die klager stelt te hebben met een inrichtingsmedewerker worden, bij gebreke van nadere feitelijke onderbouwing en bevestiging daarvan in de stukken van de inrichting, onvoldoende aannemelijk geacht. De op de onder 3.2 genoemde gronden
gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 3 mei 2012
secretaris voorzitter