Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4439/GA, 19 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:19-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/4439/GA

betreft: [klager] datum: 19 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[klager], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 december 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge te Heerhugowaard

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde – de afwijzing van een verzoek om algemeen verlof.

De beklagrechter heeft het beklag – in zoverre – ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Het beroep wordt beperkt tot de beslissing van de beklagrechter ten aanzien van de klacht over de afwijzing van een verzoek om algemeen verlof. De directeur heeft aan de beslissing de weigeringsgronden van artikel 4, onder b, g en i van de Regeling
tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) ten grondslag gelegd. De beklagrechter heeft nog slechts de weigeringsgrond van artikel 4 onder 1 van de Regeling aanwezig geacht. Daarbij heeft de beklagrechter verwezen naar het advies van
het
Openbaar Ministerie (OM). Klager heeft eerder verzocht om geplaatst te worden in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). De selectiefunctionaris heeft dat verzoek afgewezen en de beroepscommissie heeft het tegen die beslissing ingestelde beroep
(met
kenmerk 11/2489/GB) op 6 oktober 2011 gegrond verklaard. Daarbij is toen overwogen dat het advies van het OM, dat niet afwijkt van het advies van het OM in deze zaak, onvoldoende zwaarwegend was om negatief te beslissen op het verzoek om overplaatsing
naar een b.b.i. Klager is van mening dat dit ook zou moeten gelden voor het negatieve advies van het OM in de onderhavige zaak.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De advocaat-generaal bij het ressortsparket te ‘s-Hertogenbosch heeft op 25 augustus 2011 aangegeven het eerdere negatieve advies van 28 juni 2011, niet te zullen heroverwegen.

Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar en 10 maanden met aftrek, wegens
– kortweg – diefstal met geweld. Aansluitend dient hij zeven dagen hechtenis te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 24 augustus 2012. Aansluitend dient hij eventueel nog 56 dagen vervangende hechtenis en 1 dag
gijzeling in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan..

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan nu hij inmiddels verblijft in de b.b.i. van de locatie Westlinge, waar hij recht heeft op regimair verlof, geen verlofaanvragen meer indienen.

De directeur heeft zijn afwijzende beslissing – zo blijkt uit de mededeling van die beslissing zoals bedoeld in artikel 58 van de Pbw – (volledig) gegrond op het negatieve advies van het OM. De beroepscommissie heeft eerder, op 6 oktober 2011, ten
aanzien van een gelijkluidend advies overwogen, dat dit advies onvoldoende concreet was. In dat geval ging het om klagers plaatsing in een inrichting met regimaire verlofmogelijkheden. Naar aanleiding van die uitspraak is klager vervolgens door de
selectiefunctionaris ook overgeplaatst naar een dergelijke inrichting. Gelet daarop moet worden geoordeeld dat dit advies van het OM ook onvoldoende concreet is om als basis te dienen voor de afwijzing van een verzoek om algemeen verlof. De beslissing
van de directeur moet daarom – gelet op alle in aanmerking komende belangen – als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagrechter zal
– voor zover in beroep aan de orde – worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard.

Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken komt klager een tegemoetkoming toe. De directeur is in de gelegenheid gesteld zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming te bepalen. De beroepscommissie zal de
tegemoetkoming vaststellen op € 50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt – voor zover in beroep aan de orde – de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 19 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven