nummer: 11/4028/TB
betreft: [klager] datum: 18 april 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E. van der Meer, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 7 november 2011 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman mr. E. van der Meer om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager over te plaatsen naar FPC Oldenkotte te Rekken (hierna: Oldenkotte).
2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Bij besluit van 23 juni 2004 is klager geplaatst in het FPC Dr. S. van Mesdag (hierna: Van Mesdagkliniek). Bij brief
van 27 oktober 2011 heeft de Van Mesdagkliniek de Staatssecretaris verzocht klager over te plaatsen. De Staatssecretaris heeft op 7 november 2011 beslist klager over te plaatsen naar Oldenkotte en deze overplaatsing is op 25 november 2011
gerealiseerd.
3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft zijn netwerk in het Noorden van het land en niet in het Oosten. Klager heeft thans een bijzondere relatie met een vrouw die fysiek gehandicapt is en het is voor haar niet mogelijk om klager te bezoeken in Oldenkotte. De reden van
overplaatsing is onredelijk en onbegrijpelijk, want door deze overplaatsing is klager ver verwijderd van zijn oorspronkelijke woonplaats en netwerk.
Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Uit het verzoek van 27 oktober 2011 van de Van Mesdagkliniek blijkt dat het niet of nauwelijks is gelukt om een behandeling van de grond te krijgen. Het ontbrak klager aan behandelmotivatie. Een interne overplaatsing leverde niet het gewenste resultaat
op. Gelet op de behandelimpasse heeft de Van Mesdagkliniek besloten klager aan te bieden voor overplaatsing.
Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie gaat een spoedig vervolg van de behandeling boven regionale voorkeur. Indien Oldenkotte het noodzakelijk acht dat klagers netwerk in de behandeling wordt betrokken zal de kliniek hiertoe de nodige
maatregelen treffen.
4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.
Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Staatssecretaris geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten
vrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.
De Staatssecretaris heeft de beslissing tot overplaatsing van klager genomen met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde diagnose en gegevens omtrent het al dan niet bestaan van een beheers\vluchtrisico.
Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden overplaatsingsbeslissing heeft mogen komen.
Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden van zijn vriendin kan niet tot een ander oordeel leiden. Het belang dat tbs-gestelden zo snel mogelijk worden overgeplaatst opdat hun behandeling zo spoedig mogelijk kan worden voortgezet
weegt in de regel zwaarder dan eventuele regionale voorkeur.
De beroepscommissie is voorts niet gebleken van een, uit het oogpunt van het belang van klagers behandeling, zodanig sterke wenselijkheid van plaatsing van klager in een bepaalde regio ten behoeve van bezoekmogelijkheden, dat dit dient te prevaleren
boven het belang van een overplaatsing naar Oldenkotte.
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager over te plaatsen naar Oldenkotte, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 18 april 2012
secretaris voorzitter