Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0183/GA, 12/0258/GA, 16 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:16-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/183/GA en 12/258/GA

betreft: [klager] datum: 16 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraken van 30 december 2011 en 17 januari 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, voor zover daartegen beroep is ingesteld,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beroep richt zich tegen de uitspraken van de beklagrechter van:
a. 30 december 2011 (beklagnummers VU 2011: 2611, 2612, 2613, 2622, 2623, 2624, 2652, 2653, 2655, 2698, 2699, 2700, 2701, 2702, 2718, 2731, 2732, 2816 en 2817; zaaknummer: 12/183/GA);
b. 17 januari 2012 (beklagnummers VU 2011: 2625, 2654, 2657, 2706, 2717, 2733, 2746, 2758, 2759, 2760, 2761, 2763, 2778, 2779, 2780, 2781, 2798, 2804, 2852, 2853, 2854, 2855, 2916, 2917 en VU 2012: 76, 102, 109, 111 en 112, zaaknummer:
12/258/GA).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklagen met beklagnummers VU 2011: 2657, 2717, 2763, 2781, 2816, 2817, 2852, 2853, 2854, 2855, 2916 en 2917 en VU 2012: 76, 102, 109, 111 en 112 op de gronden als in de aangehechte
uitspraak weergegeven. De beklagrechter heeft de beklagen met beklagnummers VU 2011: 2611, 2612, 2613, 2622, 2623, 2624, 2652, 2653, 2655, 2698, 2699, 2700, 2701, 2702, 2706, 2718, 2731, 2732, 2733, 2746, 2758, 2759, 2760, 2761, 2778, 2779, 2780, 2798
en 2804 ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
De beklagrechter heeft de beklagen met beklagnummers VU 2011: 2625 en 2654 gegrond verklaard, maar geen tegemoetkoming toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft schriftelijk aangevoerd dat en waarom hij het niet eens is met de uitspraken van de beklagrechter.

De directeur is van oordeel dat klager, nu hij het beroepschrift niet met redenen heeft omkleed en hij niet duidelijk is ten aanzien van welke klachten hij beroep wil instellen, niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De directeur heeft daardoor ook
geen aanvullend schriftelijk verweer kunnen voeren. Ten aanzien van de klachten met als onderwerp urinecontroles heeft de directeur meegedeeld dat er afspraken zijn gemaakt met klager, maar dat in afwachting van een antwoord van het hoofdkantoor de
huidige landelijke praktijk nog wordt gevolgd. Voor het overige heeft de directeur gepersisteerd bij haar standpunten zoals ingenomen tegenover de beklagrechter.

3. De beoordeling
Anders dan de directeur acht de beroepscommissie klager ontvankelijk in zijn beroep. In artikel 69, eerste lid, van de Pbw is weliswaar opgenomen dat de gronden voor het beroep moeten worden aangevoerd, maar de wet verbindt aan het ontbreken ervan geen
niet-ontvankelijkheid. Volgens vaste rechtspraak van de beroepscommissie blijft niet-ontvankelijkheid beperkt tot de gevallen waarin een advocaat of een directeur, ondanks een verzoek de gronden voor het beroep alsnog te geven, niet aan het verzoek
voldoet.

De beklagrechter heeft in een aantal gevallen klager niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaard, omdat het de beklagrechter ambtshalve bekend is dat klager reeds eerder een zeer grote hoeveelheid klachten met hetzelfde onderwerp heeft ingediend. Een
aantal van die eerder ingediende klachten is gegrond verklaard. In een aantal van die zaken heeft klager kennelijk opnieuw beklag ingesteld omdat een beslissing van de beklagrechter houdende gegrondverklaring niet onmiddellijk werd uitgevoerd. Een
voorbeeld daarvan is het gegrond verklaarde beklag over het uitreiken van medicatie. Hoewel in het algemeen gezegd kan worden dat een herhaald beklag ontvankelijk is in het geval aan een eerdere gegrondverklaring van een beklag over hetzelfde onderwerp
geen uitvoering wordt gegeven, heeft de beklagrechter, gelet op de omstandigheden van het geval, het herhaalde beklag niet-ontvankelijk kunnen verklaren. Tot voormelde omstandigheden behoort onder meer dat klager in een bestek van enkele maanden een
grote hoeveelheid beklagen heeft ingediend. In beroep zijn 48 beklagen aan de orde die zijn ingediend in de periode van november 2011 tot en met januari 2012. Niet zelden gaan die beklagen over hetzelfde onderwerp, is het tijdsverloop sinds de
gegrondverklaring beperkt en wordt het beklag niet of nauwelijks voorzien van nieuwe argumenten. Klager heeft zes beklagen ingediend over het uitreiken van de medicatie (VU 2011:2657, 2816, 2852, 2853, 2854 en 2855) en acht beklagen over de wijze van
afnemen van een urinecontrole (VU 2011: 2817, 2916 en 2917 en VU 2012: 76, 102, 109, 111 en 112). De beroepscommissie heeft op 10 november 2011, 27 december 2011 en 16 februari 2012 uitspraak gedaan inzake eerder door klager ingestelde beroepen
(zaaknummers: 11/1481/GA, 11/1550/GA, 11/1786/GA, 11/1881/GA, 11/2077/GA, 11/2099/GA, 11/2142/GA, 11/2266/GA, 11/2315/GA, 11/2319/GA, 11/2500/GA, 11/2710/GA,11/2733/GA, 11/3189/GA, 11/3246/GA en 11/4043/GA). In totaal waren in bovengenoemde uitspraken
166 beklagen aan de orde die zijn ingediend in de periode van december 2010 tot september 2011, waarvan twintig beklagen over de uitreiking van medicatie en vijftien over de urinecontrole. De beroepscommissie ziet gelet op de hiervoor genoemde
omstandigheden geen aanleiding de herhaalde beklagen alsnog gegrond te verklaren en zal de beslissing van de beklagrechter om klager niet-ontvankelijk in zijn beklagen te verklaren bevestigen. Aan het voorgaande doet niet af dat van de directie
verwacht
mag worden dat, indien een beklag gegrond is verklaard, de beslissing van de beklagcommissie of de beklagrechter wordt nageleefd en indien zulks niet onmiddellijk valt te realiseren aan klager wordt kenbaar gemaakt op welke termijn realisatie wel
mogelijk is.

Ten aanzien van de beklagen met als onderwerp de uitreiking van medicatie overweegt de beroepscommissie nog het volgende. Bij uitspraak van de beroepscommissie van 12 september 2011, zaaknummer 11/0536/GA en 11/0927/GA, is eveneens beslist over de
uitreiking van medicatie aan klager. De beroepscommissie heeft daarin onder meer geoordeeld dat beklagen die geruime tijd na een eerder gegrond verklaard beklag over het zelfde onderwerp zijn ingesteld, ‘nieuwe situaties [betreffen] die zijn te
herleiden tot een beslissing van de directeur als bedoeld in artikel 60 van de Pbw en [dat] klager derhalve in zijn klachten had moeten worden ontvangen.’ Er is inderdaad ook hier sprake van nieuwe beslissingen namens de directeur, maar nu het ook hier
gaat om telkens herhaalde beklagen die kort na elkaar worden gedaan en waarin reeds een beslissing van de beklag- en beroepsrechter voorligt, is klager gelet op die bijzondere omstandigheden niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Ten aanzien van de beklagen met als onderwerp het niet tijdig reageren van het personeel op een beloproep (VU 2011: 2706, 2718, 2778 en 2779) overweegt de beroepscommissie het volgende. In haar uitspraak van 16 augustus 2011 (zaaknummer: 11/0930/GA)
heeft de beroepscommissie het volgende overwogen: “Indien een gedetineerde, aan wie het niet is toegestaan zijn verblijfsruimte te verlaten, een oproep doet voor het personeel, zal het personeel binnen een acceptabele termijn moeten reageren.” In die
zaak heeft de beroepscommissie geoordeeld dat een tijdsverloop van meer dan 25 minuten in ieder geval niet als acceptabel kan worden aangemerkt. In de door klager ingediende beklagen ging het steeds om een tijdsverloop van meer dan 25 minuten. De
beroepscommissie acht het aannemelijk geworden dat niet binnen een acceptabele termijn door het personeel is gereageerd op de beloproepen van klager, nu de directeur dit in haar verweerschriften, waarin enkel is ingegaan op het feit dat daarover niets
is opgenomen in klagers rapportage, onvoldoende heeft weersproken. De beroepscommissie zal het beroep derhalve gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij zal aan klager een
tegemoetkoming
van € 20,= toekennen.

Ten aanzien van de overige beklagen beslist de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd - voor zover dat is komen vast te staan - niet tot andere beslissingen kan leiden dan die van de beklagrechter. De beroepen zullen derhalve voor het
overige ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagrechter inzake de beklagen met beklagnummers VU 2011: 2611, 2612, 2613, 2622, 2623, 2624, 2625, 2654, 2652, 2653, 2655, 2657, 2698, 2699, 2700, 2701, 2702, 2717,
2731, 2732, 2733, 2746, 2758, 2759, 2760, 2761, 2763, 2780, 2781, 2798, 2804, 2816, 2817, 2852, 2853, 2854, 2855, 2916, 2917 en VU 2012: 76, 102, 109, 111 en 112.
De beroepscommissie verklaart het beroep gericht tegen de uitspraken van de beklagrechter inzake de beklagen met beklagnummers VU 2011: 2706, 2718, 2778 en 2779 gegrond, vernietigt deze uitspraken voor zover daartegen beroep is ingesteld en verklaart
deze beklagen alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 20,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van F.A. Groeneveld, secretaris, op 16 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven