nummer: 11/4535/GA
betreft: [klager] datum: 6 april 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. M.A.C. van Vuuren, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 17 november 2011 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 20 maart 2012, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klagers raadsman mr. M.A.C. van Vuuren, [...] en [...], respectievelijk directeur en juridisch medewerker bij de p.i. Lelystad.
Klager, die in vrijheid is gesteld en zoals verzocht is opgeroepen op het adres van zijn raadsman, is niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing om klager op een zespersoonscel te doen verblijven , terwijl op deze cel een gedetineerde met open tbc verbleef.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De raadsman heeft klager verschillende keren gebeld op de door hem opgegeven twee telefoonnummers, maar geen contact met hem gekregen.
Het is de raadsman niet bekend of klager daadwerkelijk besmet is geraakt. Indien dit de crux is, wordt verzocht om de behandeling van de zaak aan te houden.
Klager verbleef op een zespersoonscel en heeft samen met medegedetineerden lange tijd geprobeerd om voor de zieke celgenoot de medische dienst op te roepen. De celgenoot kwam uit een risicogebied, was tevoren gedetineerd in Brazilië en voelde zich
ziek.
Pas na een paar dagen heeft medisch onderzoek plaatsgevonden en bleek de celgenoot open tbc te hebben. De medische klachten van klagers celgenoot zijn onvoldoende onderzocht.
Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers celgenoot is conform het Protocol Tuberculose in Detentie (hierna: het Protocol) direct na aankomst onderzocht door de medische dienst. Uit de intakelijst, die wordt gebruikt, blijkt dat bij intake aandacht wordt besteed aan het risico van tbc.
Er worden vragen over gesteld. Tbc wordt zeer serieus genomen. Bij de intake hoestte klager echter niet. Er is op dat moment geen risico voor tbc geconstateerd. Na het weekend was er sprake van hoestklachten zijn de richtlijnen van het Protocol verder
gevolgd.
De GGD heeft aangegeven dat er bij de gedetineerden, die vervolgens zijn gecontroleerd, geen besmetting is geconstateerd. Klager was inmiddels echter in vrijheid gesteld en niet bekend is of hij zich aan het advies heeft gehouden om zich tot de GGD in
zijn woonplaats te wenden.
Niet meer nagegaan kan worden of de betreffende gedetineerde rechtstreeks vanuit detentie in Brazilië in de p.i. Lelystad is geplaatst.
3. De beoordeling
Uit de inlichtingen van de directeur volgt dat klagers celgenoot direct bij binnenkomst in de p.i. door de medische dienst is onderzocht. Aannemelijk is geworden dat daarbij de richtlijnen als voorgeschreven door het Protocol zijn gevolgd, de daarbij
behorende vragen aan de celgenoot zijn gesteld, dat er geen sprake van was klachten passend bij tbc en ook geen andere indicatie aanwezig was om de celgenoot niet op de zespersoonscel te plaatsen. Tevens is aannemelijk geworden dat nadat de celgenoot
zich na het weekend met hoestklachten bij de medische dienst had gemeld, verder uitvoering is gegeven aan het Protocol.
Hetgeen in beroep is aangevoerd, kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. dr. H.K. Fernandes Mendes, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 6 april 2012
secretaris voorzitter