Nummer: 12/352/GB
Betreft: [klager] datum: 5 april 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, ingediend door mr. W. Hendrickx, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 27 januari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 28 mei 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) ter Apel.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie (OM) dat klager bij plaatsing in een b.b.i. getuigen zou kunnen beïnvloeden is niet onderbouwd. De selectiefunctionaris en de p.i. Ter Apel hebben dit standpunt zonder nadere motivering overgenomen. De getuigen
wonen rond de 200 kilometer bij klager vandaan. Tevens vonden de getuigenverhoren plaats in februari 2012. De getuigenverhoren hebben dus plaatsgevonden alvorens klager naar een b.b.i. zal worden overgeplaatst en voor het eerst met verlof zal gaan. In
het dossier bevindt zich een overzicht met data van de getuigenverhoren. Klagers casemanager is positief ten aanzien van klagers houding in detentie.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het OM adviseert negatief omdat klager zich schuldig heeft gemaakt aan een zeer ernstig geweldsdelict. Indien klager met verlof zou gaan bestaat er een gevaar voor maatschappelijke onrust. Op 14 november 2011 heeft het Gerechtshof Leeuwarden klagers
strafzaak aangehouden om getuigen te doen horen. Indien klager met verlof gaat bestaat het gevaar dat klager deze getuigen zal beïnvloeden. Gelet op klagers gedrag in de inrichting en zijn strafrestant adviseert de p.i. Ter Apel eveneens negatief.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hierbij neemt de beroepscommissie in aanmerking dat
het negatieve advies van het OM gebaseerd is op de stelling dat er een gevaar bestaat dat klager gedurende een verlof getuigen zal beïnvloeden. Uit de stukken kan niet worden afgeleid of er in de toekomst nog meer getuigenverhoren zullen plaatsvinden,
terwijl aannemelijk is dat de geplande verhoren reeds hebben plaatsgevonden. Voorts overweegt de beroepscommissie dat zonder nadere toelichting, die ontbreekt, het enkele gegeven dat klager voor “een ernstig” delict is veroordeeld, zoals wordt vermeld
in het advies van het OM, nog niet met zich brengt dat daarom geen plaatsing in een b.b.i. zou kunnen plaatsvinden. De beroepscommissie is verder van oordeel, dat het in het selectieadvies omschreven gedrag in de inrichting van klager niet dusdanig is,
dat dit een grond voor afwijzing van klagers verzoek kan worden geacht. Het voorgaande brengt met zich dat de bestreden beslissing onvoldoende is gemotiveerd. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal
worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 5 april 2012
secretaris voorzitter