Nummer: 12/365/GB
Betreft: [klager] datum: 4 april 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 24 januari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 12 november 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen.
3. De standpunten
3.1 Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris stelt onwaarheden. Er is geen brief verstuurd naar het door klager opgegeven verlofadres. Klager wordt ten onrechte beschuldigd van bedreiging. Zij probeert klager geestelijk kapot te maken. Een medegedetineerde wil voor klager
getuigen. Klager is het niet eens met het regime van de p.i. Ter Apel. Klager wil zijn beroep tevens ter zitting toelichten.
3.2 De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Uit het selectieadvies blijkt dat klager in het verleden meerdere malen is veroordeeld tot een lange gevangenisstraf, maar daar geen lering uit heeft getrokken. Klager heeft zich in de p.i. Ter Apel schuldig gemaakt aan bedreigingen en vernielingen. De
selectiefunctionaris is van mening dat klager hierdoor niet goed om zou kunnen gaan met de vrijheden van een b.b.i. Tevens heeft klager geen aanvaardbaar verlofadres. Klachten over onwaarheden in rapportages moet klager indienen bij de commissie van
toezicht van de inrichting.
4 De beoordeling
4.1 Namens klager is verzocht het beroep ter zitting toe te lichten. Nu niet gemotiveerd is waarom klager zijn beroep mondeling wil toelichten en de beroepscommissie zich voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen, wijst de
beroepscommissie het verzoek af.
4.2 Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.3 In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.4 Nu klager niet beschikt over een aanvaardbaar verlofadres en derhalve niet voldoet aan de hiervoor onder 4.2 genoemde eisen voor plaatsing in een b.b.i., heeft de selectiefunctionaris op goede gronden besloten tot afwijzing van het verzoek.
Overigens kan de op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt nu de aangevoerde feiten en omstandigheden
een
contra-indicatie vormen voor plaatsing in een inrichting met meer vrijheden.
5 De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 4 april 2012
secretaris voorzitter