Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2795/TA, 11/3156/TA en 11/3190/TA, 6 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:06-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 11/2795/TA, 11/3156/TA en 11/3190/TA

betreft: [klager] datum: 6 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van drie bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften ingediend door mr. J.J. Serrarens namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen drie uitspraken van respectievelijk 23 augustus 2011 en 16 september 2011 van de alleensprekende beklagrechter c.q. de beklagcommissie bij de Pompestichting, locatie Vught, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 januari 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is klager via het daartoe geopende celluik in zijn afzonderingscel gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.J. Serrarens, en namens het
hoofd
van voormelde tbs-inrichting zijn gehoord [...], juridisch medewerker, en [...], zorgmanager bij de inrichting.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie, voor zover in beroep van belang
Het beklag betreft:
a. Het toezicht op klagers telefoongesprekken;
b. Het niet betrachten van de zorgplicht voor wat betreft onderwijs en de bibliotheek;
c. Het openen van klagers geprivilegieerde post;
d. De verlengingen van de beperkingen van klagers bewegingsvrijheid vanaf maart 2011 tot en met augustus 2011.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag vermeld onder a, het beklag vermeld onder d voor wat betreft de verlenging van de ordemaatregel van afzondering ingaande op 18 maart 2011 formeel gegrond verklaard en klager een
tegemoetkoming van € 10,= toegekend en het beklag voor het overige ongegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a. Het toezicht op klagers telefoongesprekken was niet nodig. Klager was en is bereid
om zich aan de regels te houden. Het is voorgekomen dat klager met zijn moeder belde en dat de telefoon werd doorgegeven aan een, nog niet gescreend, familielid dat bij haar in huis was. Klager wist niet dat dit niet mocht. Hij heeft het uit zichzelf
gezegd tegen het personeel. Anders zou het personeel hiervan niet op de hoogte zijn. Het desbetreffende familielid was wel opgegeven voor screening, maar die was nog niet afgerond. Klager heeft vaak gevraagd wanneer de screening afgerond zou zijn.
Klager had op dit punt gecorrigeerd kunnen worden in plaats van alle telefoongesprekken onder toezicht te laten plaatsvinden.
b. Klager, die 24 uur per dag is afgezonderd, is vanaf september 2010 geen bibliotheek en geen onderwijs aangeboden. Op deze punten wordt de zorgplicht als vermeld in artikel 43 Bvt niet betracht. Zelfs voorafgaand aan het incident in augustus 2011
werd
hem geen bibliotheek en onderwijs aangeboden. Klager heeft vanaf het begin af aan laten weten dat hij gebruik wilde maken van de bibliotheek en van het onderwijs. Aangegeven werd dat de betrokkenen dit nog moesten inpassen en niet wisten hoe het eruit
zou komen zien. Er was geen lijst van te lenen boeken en het was ook onduidelijk of klager naar de bibliotheek zou kunnen gaan of dat de bibliotheek naar hem toe zou komen. Hij heeft wel leesmappen gehad en een krant. Inmiddels komt klager niet meer in
aanmerking voor de bibliotheek en onderwijs, omdat hij is afgezonderd in een afzonderingscel.
c. Op de enveloppen van de RSJ staat een logo. De naam van de geadresseerde was niet leesbaar, was naar beneden gezakt. Geprivilegieerde post mag niet geopend worden. Gebruikelijk is dat de envelop wordt teruggestuurd en door de geprivilegieerde
opnieuw
wordt aangeboden.
d. Klager is vanaf maart 2011 in strijd met het bepaalde in artikel 32, derde lid, van de Bvt niet in de gelegenheid gesteld om tenminste tweemaal een half uur per dag met medeverpleegden door te brengen. Zijn programma was heel kort en eindigde al om
half vijf. Het beklag heeft betrekking op de periode vanaf maart 2011, vanaf het moment dat er ook medeverpleegden op klagers afdeling verbleven.
Het geen contact hebben met medeverpleegden vindt klager erger dan de afzondering. Klager heeft nooit iets vervelends gezegd of iets gezegd dat niet correct was als hij medeverpleegden op de afdeling tegenkwam. Klagers raadsvrouw heeft aan de
behandelingscoördinator G. per brief gevraagd wat er gebeurd zou zijn in het contact tussen klager en medeverpleegden en heeft daar nooit antwoord op gehad.
Tegen klager is gezegd dat het niet om zijn gedrag, maar om het gedrag van andere verpleegden ging. Klager wil gewoon sociale contacten met andere bewoners. Als die andere verpleegden daarvoor niet geschikt zijn, is dat niet klagers probleem.
De permanente afzondering in de eigen verblijfsruimte heeft geleid tot de situatie waardoor klager thans in de afzonderingscel verblijft. De problemen, die klager zou hebben, worden door de afzondering telkens erger. De permanente afzondering was de
druppel die de overvolle emmer deed overlopen. Hij is eerst een jaar afgezonderd in een afzonderingscel. Daarna is hij een half jaar eruit geweest en is hem een programma geboden dat om half vijf eindigde. Vervolgens is klager weer afgezonderd.
Hierdoor
word je gek. Er zijn dan drie opties: je kunt je laten volspuiten, of je wordt suïcidaal of je ‘gaat uit je plaat’ zoals klager heeft gedaan en daarna word je tenminste afgezonderd met een reden. Daarvóór was klager afgezonderd, terwijl hij niets had
gedaan.

Namens het hoofd van de inrichting is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
a. Het is juist dat klager zelf heeft gemeld dat hij met een niet-gescreend familielid heeft getelefoneerd. Het telefoneren met nog niet gescreende contacten wordt afgekeurd. Klager wist dat de contacten niet gescreend waren.
b. Vanaf maart 2011 tot mei 2011 was het aangeboden programma voor wat betreft onderwijs en bibliotheek niet zoals het zou moeten zijn. De afdeling was vanaf maart 2011 operationeel. Onderwijs was niet goed afgestemd tussen de Pompestichting en de p.i.
Vught. Na mei 2011 was het wel mogelijk om onderwijs te volgen, maar klager heeft hier geen gebruik van gemaakt. De lijst met boeken en tijdschriften was niet compleet. Mogelijk is klager er wel van op de hoogte gesteld.
c. Het desbetreffende poststuk is geopend, omdat de naam van de geadresseerde niet leesbaar was door het adresvenster van een envelop, die van de RSJ afkomstig was.
d. De programmaonderdelen, die aangeboden dienen te worden, worden ook aangeboden, maar bezien moet worden of het mogelijk is dat de tbs-gestelde enige tijd samen met andere tbs-gestelden doorbrengt. Dit bleek niet mogelijk in verband met zijn gedrag
en
het gedrag van andere tbs-gestelden. Klager hield zich niet aan afspraken en gooide met stoelen. Als hij zich al niet goed tegenover de staf gedraagt dan is het de vraag hoe hij zich tegenover medeverpleegden zal gedragen.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a:
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk in het beklag verklaard, omdat klager dit te laat zou hebben ingediend. Door klager is gesteld dat hij op 20 juli 2011 het klaagschrift heeft geschreven en diezelfde dag heeft afgegeven aan een
personeelslid. De beklagcommissie heeft het beklag vervolgens op 10 augustus 2011 ontvangen.
Gelet op het bovenstaande geeft de beroepscommissie klager het voordeel van de twijfel en zal zij klager ontvangen in het beklag.

Voor het overige wordt overwogen dat namens het hoofd van de inrichting is erkend dat klager zelf heeft aangegeven dat hij telefonisch contact heeft gehad met een niet gescreend contact, maar dat dit telefonisch contact door de inrichting niet wordt
goedgekeurd. Dit maakt dat de beroepscommissie van oordeel is dat de beslissing om klager, gelet op het bovenstaande, gedurende een maand enkel onder toezicht te laten telefoneren niet als onredelijk of onbillijk of disproportioneel kan worden
aangemerkt. Zij zal derhalve het beklag alsnog ongegrond verklaren.

Met betrekking tot b:
Uit artikel 43, eerste lid en tweede lid, van de Bvt volgt onder meer dat het hoofd van de inrichting zorg draagt voor onderwijs en zorg draagt dat een bibliotheekvoorziening aanwezig is en volgt geen recht op onderwijs of bibliotheek. Derhalve betreft
het beklag naar het oordeel van de beroepscommissie de schending van de zorgplicht voor wat betreft onderwijs en bibliotheek en geen schending van een in wet of verdrag neergelegd recht. De beroepscommissie zal derhalve op dit punt de uitspraak van de
beklagrechter vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.

Met betrekking tot c:
Uit het namens het hoofd van de inrichting aangevoerde volgt dat, omdat de naam van de geadresseerde niet leesbaar was door het adresvenster van een envelop van de RSJ, deze envelop is geopend. Het zonder toestemming van klager openen van zijn
geprivilegieerde post is in strijd met het bepaalde in artikel 36, eerste lid aanhef en onder g van de Bvt, in verbinding met artikel 1 onder n van de Bvt en dient tot gegrondverklaring van klagers beroep te leiden. De beroepscommissie zal derhalve op
dit punt de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij kent klager een tegemoetkoming toe van € 20,=.
Overigens kan in een dergelijk geval met een aantekening op de envelop de geprivilegieerde post worden geretourneerd aan de betreffende instelling die vervolgens de post opnieuw aan klager zal aanbieden.

Met betrekking tot d:
Voor wat betreft de verlenging van de beperking van klagers bewegingsvrijheid wordt overwogen dat klager met name beklag heeft ingediend, omdat hij niet in de gelegenheid is gesteld om ten minste tweemaal een half uur per dag door te brengen met
medeverpleegden, als bedoeld in artikel 32, derde lid, van de Bvt. Gelet op klagers gedrag ten opzichte van het personeel, kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet worden verwacht dat klager wel, zonder dat dit een gevaar voor de orde en
veiligheid in de inrichting zou vormen, zonder problemen samen met medeverpleegden tijd zou kunnen doorbrengen. De beroepscommissie zal derhalve op dit punt het beroep ongegrond verklaren en de beslissing van de beklagcommissie bevestigen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt met betrekking tot a. de uitspraak van de beklagrechter ontvangt klager alsnog in het beklag, maar verklaart het beklag ongegrond.
Met betrekking tot b. vernietigt zij de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.
Zij verklaart het beroep met betrekking tot c. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van € 20,=.
Zij verklaart het beroep met betrekking tot d. ongegrond en bevestigt op dit punt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. E.J. Hofstee, voorzitter, mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en drs. W.A.Th. Bos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 6 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven