Nummer: 12/412/GB
Betreft: [klager] datum: 22 maart 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 25 januari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) en aansluitend deelname aan een penitentiair programma (p.p.) (een zogenaamd stapeltraject) afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 21 april 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting Krimpen aan den IJssel. Klagers einddatum is 10 juli 2013.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers verlofaanvraag is op basis van een onaanvaardbaar verblijfadres voor een p.p. afgewezen. Zowel klager als zijn moeder, de bewoonster van het door klager opgegeven verblijfadres, hebben nooit voor problemen gezorgd. Er is geen relatie tussen het
verblijfadres en het delict waarvoor klager thans is gedetineerd. In de buurt van het verblijfadres woont een persoon die bekend is bij de politie. Klager is niet verantwoordelijk voor de daden van anderen. De politie heeft geen bezwaar tegen
verblijfadres. De politie maakt slechts de kanttekening dat het verblijfadres zich in een rustige en afgelegen buurt bevindt en dat de woning slechts twee kamers heeft. Klager vindt het daarom onbegrijpelijk waarom klagers verblijfadres onaanvaardbaar
zou zijn. Een verblijfadres wordt vaak als onaanvaardbaar beschouwd indien het zich bevindt in een onrustige buurt. Ook heeft klager in het verleden met regelmaat bij zijn moeder verbleven en geen problemen ondervonden met de beperkte ruimte van de
woning. De Reclassering adviseert positief ten aanzien van het verblijfadres. Klager wil door middel van detentiefasering de band met zijn zoon versterken.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De politie adviseert negatief ten aanzien van de buurt waarin het door klager opgegeven verblijfadres gelegen is. Tevens is de politie van mening dat het verblijven van meerdere personen in een woning met twee kamers niet praktisch is. Uit het rapport
van de Reclassering blijkt een criminogene factor aanwezig te zijn op het gebied van huisvesting en wonen. Klager woonde voor zijn detentie op wisselende adressen, waaronder het adres van klagers moeder. Klager gaf aan dat zijn zoon tijdelijk bij zijn
moeder woont. De Reclassering rapporteert naar aanleiding van een bezoek aan de woning van klagers moeder echter dat zijn moeder alleen woont. De selectiefunctionaris concludeert aan de hand van de verkregen adviezen dat het verblijfadres
onaanvaardbaar
is.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een
strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.
4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hierbij neemt de beroepscommissie in aanmerking dat
de
bestreden beslissing vrijwel uitsluitend is gebaseerd op het advies van de politie, waarin onvoldoende duidelijk wordt of de politie het door klager opgegeven verblijfadres als onaanvaardbaar beoordeelt. Daar komt bij dat uit het overzicht van de
gemeentelijke basisadministratie blijkt dat klager in het verleden meerdere malen bij zijn moeder ingeschreven heeft gestaan. Nergens uit de stukken blijkt dat klager tijdens zijn verblijf bij zijn moeder voor problemen heeft gezorgd. Zowel de
inrichting als de reclassering adviseren positief ten aanzien van klagers deelname aan een zogenaamd stapeltraject. Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat er sprake is van een motiveringsgebrek. Het beroep zal dan ook gegrond
worden verklaard en de bestreden beslissing dient te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De
beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 22 maart 2012
secretaris voorzitter