nummer: 11/4174/TA
betreft: [klager] datum: 29 maart 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 16 november 2011 van de beklagcommissie bij de Dr. Henri van der Hoevenkliniek te Utrecht, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie, voor zover in beroep van belang
Het beklag betreft a. handelen in strijd met de Regeling urineonderzoek verpleegden en b. de beslissing om klagers transmurale verlof in te trekken.
De beklagcommissie heeft op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven het beklag vermeld onder a. voor wat betreft het bevestigingsonderzoek en het zelf moeten verdelen van de urine over twee buisjes gegrond verklaard en voor wat betreft
het niet meedelen van uitslagen van urinecontroles ongegrond verklaard. Voorts heeft zij het beklag vermeld onder b. voor wat betreft het ontbreken van een schriftelijke mededeling van het intrekken van verlof gegrond verklaard en voor het overige
ongegrond verklaard. Zij heeft aan klager een tegemoetkoming toegekend van € 110,=.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is ondanks gegrondverklaring van het beklag geen tegemoetkoming toegekend voor wat betreft de weigering van het herhalingsonderzoek en het bevestigingsonderzoek en het verdelen van urine over de buisjes. Ook achtte de beklagcommissie de formele
klacht van klager dat de schriftelijke mededeling van de intrekking/opschorting van transmuraal verlof niet aan hem is uitgereikt gegrond. Klager wenst hiervoor een tegemoetkoming van € 5,= te ontvangen.
De met betrekking tot het ten onrechte opgeschorte/ingetrokken verlof toegekende tegemoetkoming is juist.
Het klachtonderdeel betreffende het niet verstrekken van de uitslagen van de urinecontroles is ten onrechte ongegrond verklaard. Klager zijn geen uitslagen verstrekt. Er is slechts aan klager meegedeeld dat hij positief was. Ondanks zijn verzoek om
exacte waarden zijn die niet aan meegedeeld. Dit is strijd met artikel 5, tweede lid, van de Regeling en de huisregels. Verzocht wordt om dit klachtonderdeel alsnog gegrond te verklaren en aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep gepersisteerd bij het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.
3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat zij, anders dan de raadsvrouw, uit de uitspraak van de beklagcommissie opmaakt dat de beklagcommissie, gelet op hetgeen is vermeld onder ‘beoordeling’ op bladzijden 5 en 6, bedoeld heeft om ter zake van de
ondeugdelijke
urinecontroles als gevolg waarvan klagers verlof ten onrechte is opgeschort het beklag gegrond te verklaren en aan klager een (totale) tegemoetkoming van € 110,= toe te kennen.
Onder ‘beslissing’ op bladzijde 6 van de uitspraak wordt echter vermeld dat de beklagcommissie het beklag gegrond verklaart voor zover dit is gericht tegen de weigering om een bevestigingsonderzoek uit te laten voeren, het door klager zelf laten
verdelen van de urine over de buisjes en het ontbreken van de schriftelijke mededeling van intrekken van het verlof.
Naar het oordeel van de beroepscommissie strookt dit niet met hetgeen hiervoor is vermeld. In de ‘beoordeling’ op bladzijde 6 overweegt de beklagcommissie immers dat door ondeugdelijke urinecontroles klagers verlof ten onrechte is opgeschort.
Dit dient naar het oordeel van de beroepscommissie tot volledige gegrondverklaring van het beklag vermeld onder b. te leiden.
De beroepscommissie zal derhalve voor wat betreft b. de uitspraak van beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog geheel gegrond verklaren.
Voor het overige bevestigt zij de uitspraak van de beklagcommissie.
De aan klager toegekende tegemoetkoming van € 110,= acht zij juist.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt voor wat betreft b. de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog geheel gegrond en verklaart voor het overige het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 29 maart 2012
secretaris voorzitter