Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0238/GB, 4 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:04-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/238/GB

Betreft: [klager] datum: 4 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 januari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de locatie Norgerhaven te Veenhuizen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 2 augustus 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Zuid te Arnhem.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager is het niet eens met de beslissing van de selectiefunctionaris. Het Bureau Selectie- en Detentiefasering heeft klager geadviseerd om in beroep te gaan.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft eerder, tot medio 2011, in de gevangenis van de locatie Norgerhaven verbleven en is overgeplaatst in verband met zijn opstelling in die inrichting. Terugkeer naar deze inrichting is volgens de selectiefunctionaris dan ook op dit moment
niet
mogelijk. Klager wil worden overgeplaatst in verband met het ontvangen van bezoek. Klagers bezoek is afkomstig uit Lathum. Deze plaats ligt op zeer korte afstand van Arnhem. Bovendien heeft klager vanaf zijn binnenkomst in de locatie Zuid te Arnhem
zeer
regelmatig bezoek ontvangen. Klagers vrouw brengt wekelijks een bezoek aan hem en daarnaast ontvangt klager regelmatig andere bezoekers.

4. De beoordeling
4.1. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking
dat bezoekproblemen inherent zijn aan het ondergaan van detentie en, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium vormen. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekregeling in de locatie Zuid kan niet als een dergelijke bijzondere
omstandigheid worden aangemerkt. Verder blijkt uit de door de selectiefunctionaris overgelegde gegevens dat klager regelmatig bezoek ontvangt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 4 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven