Nummer: 12/431/GB
Betreft: [klager] datum: 3 april 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 2 februari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Maashegge te Overloon afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 10 maart 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil in de b.b.i. Maashegge deelnemen aan het traject Terugdringen Recidive (TR) en werken aan zijn terugkeer in de samenleving. In de p.i. Nieuwegein is dit niet mogelijk.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers verzoek is afgewezen omdat hij verboden gedragsbeïnvloedende middelen had gebruikt, hetgeen een contra-indicatie is voor plaatsing in een b.b.i. Uit navraag bij de directeur van de p.i. Nieuwegein blijkt dat klager binnenkort wordt benaderd
voor
deelname aan een TR-traject. Naar aanleiding van de TR-rapportage volgt er wellicht een voorstel van de directeur om klager in aanmerking te laten komen voor detentiefasering. Hierbij is klagers gedrag in de inrichting van belang.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en
maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. Uit het selectieadvies van 26 januari 2012 blijkt dat aan klager op 30 november 2011 (ter zake van een positieve urinecontrole) en op 20 december 2011 (ter zake van het zich laten insluiten op een verkeerde cel) disciplinaire straffen zijn
opgelegd. Tevens heeft klager op 27 december 2011 een rapport aangezegd gekregen vanwege het niet meewerken aan plaatsing op een meerpersoonscel. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging
van
alle in aanmerking komende belangen en mede gezien klagers gedrag in de p.i., niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 3 april 2012
secretaris voorzitter