Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 01/1384/GM, 11 december 2001, beroep
Uitspraakdatum:11-12-2001

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 01/1384/GM

betreft: [klager] datum: 11 december 2001

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (PM) heeft kennis genomen van een op 25 juli 2001 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de arts verbonden aan de locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag d.d. 16 juli 2001 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 oktober 2001, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Over-Amstel te Amsterdam, is klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.C. van Berkel, gehoord.
De arts verbonden aan de locatie De IJssel heeft schriftelijk gereageerd op het beroep. Hij is in de gelegenheid gesteld te reageren op het verslag van horen van klager, maar hij heeft daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur d.d. 2 mei 2001, betreft een onjuiste behandeling van een ontsteking aan een teen van klager, hetgeen uiteindelijk geresulteerd heeft in amputatie vandie teen.

2. De standpunten van klager en de tandarts
Door en namens klager is het volgende aangevoerd.
De arts is nalatig geweest. Klager heeft drie maanden rondgelopen met een gezwollen teen. Er had bij de arts een belletje moeten gaan rinkelen, omdat klager diabeet is. Klager is vaak bij de arts en de verpleger geweest met zijnteen. Het was zichtbaar dat de teen gezwollen was. Afgezien van fantoompijn gaat het nu wel goed met hem. Het lopen gaat wel, maar hij merkt wel dat het anders is dan voorheen en hij heeft last van eeltvorming op de plek waar zijnteen zat. Hij weet niet hoe het met sporten zal gaan.
Wat met name stoort is dat klager, als hij niet in detentie had verbleven naar een andere arts had kunnen gaan als hij niet tevreden was, maar dit was nu niet mogelijk.
Uit het bemiddelingsverslag komt een beetje naar voren dat de arts klager heeft gezien en dat hij daarom voldoende adequaat zou hebben opgetreden. Klager heeft echter in december 2000 al geklaagd over pijn in zijn teen. Hij heefttoen een antischimmelzalf, Daktarin, en een antibioticum, amoxicilline, gekregen, maar dat is niet voldoende voor een diabeet en dat klager diabeet is, blijkt uit zijn dossier.
Alles is weliswaar begonnen met een gewone schimmelinfectie, maar die is geëscaleerd. Op de vraag waarom hij geen miconazol (een antimycoticum, een antibioticum tegen schimmels) heeft gekregen kan klager noch zijn raadsman antwoordgeven. Klager is nooit door een dermatoloog onderzocht.
Pas in maart 2001 mocht klager naar het penitentiair ziekenhuis.
De gevolgen van de onjuiste behandeling zijn onherstelbaar. Klager is een sportman en het is onduidelijk of hij zijn sport (kickboxen) nog zal kunnen bedrijven. Bovendien is het verliezen van een teen een verminking.
In totaal zijn er driemaal foto's gemaakt, hetgeen ook blijkt uit de brief van de chirurg van het penitentiair ziekenhuis, [...], d.d. 14 mei 2001. Dit is pas gebeurd nadat de chirurg van het penitentiair ziekenhuis in de inrichtingDe IJssel is gekomen en er toen op aan heeft gedrongen dat er foto's gemaakt moesten worden. Klager is daarop tweemaal naar het Sint Franciscusziekenhuis geweest om foto's te laten maken. Daarna is hij naar het penitentiairziekenhuis gegaan. Ook daar zijn weer foto's gemaakt.

De arts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet toegelicht. Dit standpunt luidt als volgt.
Op 15 januari 2001 kwam klager, van wie bekend is dat hij diabeet is, bij de medische dienst ter behandeling van een geïnfecteerd eczeem aan een teen. Deze infectie is toen behandeld met Daktacort en Amoxicilline. Op 19 januari 2001liet zijn teen een verbetering zien. Klager bleef echter onder wekelijkse controle in verband met een persisterende zwelling van zijn teen. Voor de volledigheid is hij op 14 februari 2001 door de chirurg van het penitentiairziekenhuis gezien. Die oordeelde dat de teen een rustige indruk maakte. Ter completering is er op 1 maart 2001 een röntgenfoto van de teen gemaakt. Deze liet toen een osteomyelitis, oftewel een botontsteking zien. Op basis van ditgegeven is tot amputatie van de teen besloten.
De arts betreurt het dat, ondanks de behandeling, klagers diabetes heeft geleid tot het verlies van een teen.

3. De beoordeling
Vaststaat dat klager meermalen bij de medische dienst is geweest in verband met een infectie aan één van zijn tenen. Deze infectie is toen behandeld, maar niet met een antimycoticum en niet met het gewenste resultaat. De teen bleefopgezwollen en klager bleef er last van houden. Bovendien is klager diabeet en is van deze ziekte bekend dat indien infecties optreden, en met name aan de voeten, deze infecties zich snel kunnen ontwikkelen tot osteomyelitis oftewelbotontsteking. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de arts niet adequaat gereageerd op de infectie aan klagers teen door geen antimycotium toe te dienen en door te wachten met het (laten) maken van een röntgenfoto.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de aan de inrichting verbonden arts moet worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 PM neergelegde norm. Hetberoep zal derhalve gegrond worden verklaard.
Zij bepaalt dat aan klager ten laste van de locatie De IJssel een tegemoetkoming zal worden toegekend van f. 400,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de locatie De IJssel toekomende tegemoetkoming op f. 400,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, prof. dr. F.H.L. Beyaert en drs. J.R. Veldhuizen , leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, secretaris, op 11 december 2001.

secretaris voorzitter

Naar boven