nummer: 11/3729/GA
betreft: [klager] datum: 3 april 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,
gericht tegen een uitspraak van 26 oktober 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij de p.i. Ter Apel voormeld, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 6 februari 2012, gehouden in de locatie De Berg te Arnhem, is gehoord namens de directeur van de p.i. Ter Apel, [...], juridisch medewerker. Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke
wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde, het feit dat klager te lang op de inkomstenafdeling heeft verbleven.
De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is op 8 april 2011 bij binnenkomst in de p.i. Ter Apel op de inkomstenafdeling geplaatst en is op 17 mei 2011 overgeplaatst naar een
reguliere afdeling van het huis van bewaring. Klager heeft dan ook ongeveer vijf weken op de inkomstenafdeling verbleven. Dit is iets langer dan gebruikelijk. Gemiddeld verblijven gedetineerden bij binnenkomst in de inrichting ongeveer twee tot drie
weken op de inkomstenafdeling. Het is niet mogelijk om invloed uit te uitoefenen op de doorstroom van gedetineerden. Klager is gecompenseerd voor de periode die hij langer op de inkomstenafdeling heeft verbleven. Hij heeft namelijk vanaf de eerste dag
dat hij op de inkomstenafdeling verbleef, wachtgeld ontvangen en later is hem arbeid aangeboden, hetgeen klager heeft geaccepteerd. Hierdoor heeft klager een met de reguliere afdeling vergelijkbaar dagprogramma gekregen.
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Het beklag richt zich tegen de beslissing van de directeur om klager bij binnenkomst in de inrichting, in afwachting van plaatsing op een reguliere verblijfsafdeling, van 8 april 2011 tot 17 mei 2011 te plaatsen op de inkomstenafdeling. De
beroepscommissie stelt voorop dat de maximale duur van het verblijf van een gedetineerde op een inkomstenafdeling niet in wet- of regelgeving is vastgelegd. De beroepscommissie is van oordeel dat de omstandigheid dat klager langer dan gemiddeld op de
inkomstenafdeling van de p.i. Ter Apel heeft verbleven, in dit geval niet aan de directeur is te wijten. De directeur heeft klager bovendien voldoende gecompenseerd voor de periode die hij op de inkomstenafdeling heeft moeten verblijven door aan klager
wachtgeld toe te kennen en hem arbeid aan te bieden, waardoor klager een met de reguliere afdeling vergelijkbaar dagprogramma had. Gelet op het voorgaande zal het beroep dan ook gegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter worden
vernietigd. Het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J. Schagen MA en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 3 april 2012
secretaris voorzitter