nummer: 11/4340/GA
betreft: [klager] datum: 14 maart 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. B.J. Visser, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 5 december 2011 van de beklagcommissie bij de locatie Oosterhoek te Grave,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 17 februari 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn klager en zijn raadsman, mr. B.J. Visser, gehoord.
De plaatsvervangend vestigingsdirecteur van voornoemde p.i. [...], is met bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel wegens een te laag kreatininegehalte bij een urinecontrole (uc).
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft op advies van de medische dienst veel water moeten drinken in verband met buikklachten. Volgens klager heeft de medische dienst hem op 2 mei 2011 gezegd dat hij vijf tot zes liter water per dag moest drinken en hij heeft zich aan dit
advies
gehouden. Op 19 mei 2011 is, blijkens het door klager ter zitting overgelegde medisch overzicht, door deze dienst geadviseerd om het aantal liters water terug te brengen tot twee liter per dag. Twee liter per dag is volgens klager normaal. Klager
drinkt
alleen water. Klager was vóór de urinecontrole op 17 mei al ziek en hij heeft lange tijd dagelijks veel water moeten drinken. Het kreatininegehalte van klager is altijd normaal geweest; alleen in de ziekteperiode was het laag. De uc is afgenomen in
deze
ziekteperiode. Dat het resultaat op 14 mei 2011 een waarde had van 4,3 is niet bijzonder. De limiet is 2 en er is weinig verschil tussen 1 en 4. Klager deelt mee dat hij zelfs resultaten heeft gehad van 12 en 17. Klager zegt dat hij vaak een rapport
heeft gekregen in verband met drugsgebruik. Hij accepteert altijd zijn straf. Deze keer was de straf echter onterecht. Indien de directeur ter zitting aanwezig zou zijn geweest had hij kunnen bevestigen dat klager altijd de aan hem opgelegde straffen
accepteert. Klager heeft reeds op zijn beklagformulier aangegeven dat hij een laag kreatininegehalte had doordat hij teveel water moest drinken op advies van de medische dienst. Als klager een advies van de medische dienst krijgt dient hij dat advies
op
te volgen.
De directeur heeft schriftelijk verzocht de uitspraak van de beklagcommissie te handhaven en het beroep ongegrond te verklaren.
3. De beoordeling
Op 17 mei 2011 heeft klager een uc ondergaan. Het kreatininegehalte in klagers urine bleek vervolgens 1,0 mmol/l. Vaststaat dat klager in die periode op advies van de medische dienst veel water moest drinken in verband met gezondheidsproblemen
(diarreeklachten). Dit is door de directeur ook niet weersproken. Nu niet kan worden uitgesloten dat het drinken van grote hoeveelheden water effect heeft gehad op de voormelde uitslag, kan niet met zekerheid worden geoordeeld dat klager heeft
gefraudeerd bij de uc op 17 mei 2011. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard. Klager zal de na te noemen tegemoetkoming worden toegekend.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. U. Ramdihal-Poeran, secretaris, op 14 maart 2012
secretaris voorzitter