nummer: 12/0771/SGA
betreft: [klager] datum: 8 maart 2012
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire begin¬selenwet (Pbw) heeft kennisgeno¬men van een bij het secretariaat van de Raad inge¬komen verzoekschrift van
de directeur van locatie Zuid van de penitentiaire inrichtingen Arnhem, verder verzoe¬ker te noemen.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 70, tweede lid, Pbw, van de ten¬uitvoerlegging van een uitspraak van 17 februari 2012 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager.
Het beklag betreft – voor zover in deze procedure aan de orde – de afwijzing van bezoek zonder toezicht.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard, de beslissing van de directeur vernietigd en de directeur opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beklagcommissie.
De voorzitter heeft kennisgenomen van bedoelde uitspraak van de beklagcommissie en de onderliggende stukken, het tegen de onderhavige uitspraak ingediende beroepschrift. Klager is in de gelegenheid gesteld een schriftelijke reactie te geven op het
schorsingsverzoek. Klager heeft tot heden van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.
1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de beklagcommissie slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beroep is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing
van
de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. De voorzitter begrijpt het schorsingsverzoek in die zin, dat de directeur verzoekt dat deel van de uitspraak te schorsen waarbij aan hem wordt
opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beklagcommissie. Die bevoegdheid komt de beklagcommissie, anders dan de directeur heeft aangevoerd toe, gelet op het bepaalde in artikel 68, derde lid, onder a, van de
Pbw. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.
Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 8 maart 2012.
secretaris voorzitter