Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4436/GM, 13 maart 2012, beroep
Uitspraakdatum:13-03-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/4436/GM

betreft: [klager] datum: 13 maart 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan het Detentiecentrum Zaandam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de verslagen van 18 november 2011 en 9 december 2011 van bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 februari 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord [...], hoofd zorg en [...], inrichtingsarts.

Klager die op 8 februari 2012 in vrijheid is gesteld en van wie geen woon- of verblijfplaats bekend is, is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 28 september 2011, houdt in dat klager geen adequate medische zorg wordt geboden met betrekking tot zijn vinger.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Na geopereerd te zijn aan zijn vinger, staat deze vinger nog steeds scheef en is de vinger nog steeds dik. Klager wil graag dat er een röntgenfoto wordt genomen om te verklaren waarom zijn vinger krom is
geworden en een ingreep om zijn vinger weer recht te krijgen.

Door en namens de inrichtingsarts is het volgende standpunt ingenomen.
Op 6 september 2011 is klager poliklinisch behandeld aan een ganglion.
De inrichtingsarts had klager tevoren zelf gezien en, omdat klager dat wilde, doorverwezen. Hij heeft hem in het Arabisch duidelijk uitleg gegeven over het ganglion, dat een operatie niet noodzakelijk was en dat de kans op recidief groot was. Klager
wilde per se geopereerd worden. Vóór de operatie stond de vinger niet krom.
Het geboortejaar 2000, dat klager heeft opgegeven, is niet juist. Klager is een twintiger.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat uit de stukken, met name uit de medische informatie, en de toelichting ter zitting is gebleken dat klager door de inrichtingsarts tevoren goed geïnformeerd is dat een operatie aan zijn vinger niet noodzakelijk was en
dat er een grote kans aanwezig was dat het ganglion terug zou komen. Desondanks heeft klager voor een operatie gekozen. Dat klager achteraf niet tevreden is met het resultaat van de operatie kan niet aan de inrichtingsarts worden toegerekend.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.B. de Pauw Gerlings-Döhrn, voorzitter, drs. L.E.M. Kleipool en drs. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 maart 2012

secretaris voorzitter

Naar boven